Waarschuwing voor AA die te weinig informatie inwon over lening bestuurder
Via zijn persoonlijke holding had één van meerdere bestuurders van een onderneming een aanzienlijk bedrag van die onderneming geleend, te weten € 116.627. De AA was verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening van de onderneming. Gezien de bijzondere omstandigheden van het geval was volgens de Accountantskamer sprake van een onduidelijkheid van materieel belang die geen verklaring vond in voorhanden stukken, terwijl het handelen van het aanspreekpunt van de AA bij de vennootschap (de bestuurder met de lening) zelf vragen opriep.
Onder die omstandigheden had de AA, gelet op het bepaalde in NVCOS 4410 onder 14, bij de leiding van de entiteit aanvullende informatie moeten inwinnen en onder de hiervoor genoemde omstandigheden uiteraard elders dan bij de bestuurder met de lening. In dit geval had het volgens de Accountantskamer dus voor de hand gelegen dat de AA zich had gewend tot de andere bestuurder/grootaandeelhouder, in casu: klager.
Ook het tweede klachtonderdeel, dat de AA in maart 2015 niet alleen zijn werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekeningen 2014 van de onderneming en haar dochtervennootschappen ten onrechte heeft opgeschort, maar ook weigert gegevens te overhandigen met betrekking tot de jaarrekening 2013, een en ander in verband met het achterwege blijven van betaling van de facturen van zijn kantoor aan de onderneming, is volgens de tuchtrechter gegrond.
De Accountantskamer acht in deze klachtzaak de maatregel van waarschuwing passend en geboden. Het gaat hier weliswaar om het meermalen niet naleven van fundamentele beginselen, maar betrokkene heeft doen blijken dat hij inmiddels beseft dat hij in de onderhavige gevallen anders had kunnen en moeten handelen. Ten voordele van betrokkene is tevens meegewogen dat hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, zodat met het opleggen van genoemde maatregel kan worden volstaan.