Waarschuwing RA voor onzorgvuldigheid bij dossieronderzoek
De RA onderzoekt in opdracht van de klager (een voormalig beroepsofficier) en diens voormalige werkgever (het ministerie van Defensie), het dossier van de klager, zoals dat door beide partijen afzonderlijk was samengesteld, en vormt zich daarover een oordeel. Hij brengt daarna een schriftelijk gemotiveerd advies uit. Dit advies bevat tevens een berekening van een passend en toereikend geachte financiële vergoeding ter zake van de compensatie van de door klager ten gevolge van onrechtmatig en/ of verwijtbaar handelen en nalaten door het ministerie geleden en toekomstige schade.
Klager en het ministerie hebben ingestemd met een Reglement dat de RA aan hen heeft voorgelegd. Daarin wordt de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van betrokkene uitgesloten. ‘Die uitsluiting stond betrokkene nu hij op het tijdstip waarop hij het Reglement aan klager en het ministerie heeft voorgelegd en ten tijde van het uitbrengen van het rapport ingeschreven stond als registeraccountant, niet vrij. Een overeenkomst die een verbod tot klagen inhoudt of een uitsluiting van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid, kan aan de bevoegdheid tot klagen, toegekend in artikel 22 van de Wtra, niet afdoen, ook niet als de bepaling zoals in dit geval is gebeurd, is opgenomen in een Reglement waarmee de partijen, aan wie advies wordt uitgebracht, hebben ingestemd. Het uitsluiten van civielrechtelijke aansprakelijkheid door een accountant levert in het kader van de in acht te nemen fundamentele beginselen slechts onder bijzondere omstandigheden een gegrond tuchtrechtelijk verwijt op. Zodanige omstandigheden zijn gesteld noch gebleken. Dat laat onverlet dat de civiele rechter in een voor hem aanhangige zaak kan oordelen dat betrokkene zich niet kan beroepen op uitsluiting van zijn civielrechtelijke aansprakelijkheid. Of dat oordeel op haar plaats is, kan hier onbesproken blijven,’ aldus de Accountantskamer.
Het Reglement bevatte de bepaling dat de RA eerst na instemming van de klager en het ministerie deskundigen mocht raadplegen. De RA heeft een jurist geraadpleegd en met deze overleg gehad over zijn beoordeling van de strekking en inhoud van een gevoerde bestuursrechtelijke procedure en zijn inschatting van de kans van slagen van een door klager aan te spannen civielrechtelijke procedure. De RA heeft ook overleg gehad met een loopbaanadviseur. Van dit raadplegen en van de uitkomsten van het gevoerde overleg heeft de RA klager en het ministerie geheel onkundig gelaten. Volgens de Accountantskamer is dit in strijd met deskundigheid, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Alles afwegend acht de Accountantskamer oplegging van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.