Waarschuwing en berisping voor RA’s failliete BV
Zaaknrs. 18 686/18 687
Eerder schreven wij hierover: Curatoren: 'accountants onvoldoende alert op 'leegtrekken' bedrijf'
De RA’s waren respectievelijk verantwoordelijk voor de jaarrekeningen 2010-2011 t/m 2012-2013 en 2013-2014 van deze in 2015 gefailleerde BV.
De curatoren verweten de accountants onder meer dat zij een securitisatieprogramma onvoldoende in de jaarrekeningen hadden verantwoord. Dat programma had betrekking op de handelsvorderingen. Die waren overgeheveld naar de eigenaar, de ‘overgrootmoeder’ van de werkmaatschappij. In ruil daarvoor kreeg de BV een rekening-courantvordering op de holding. “In plaats van een enkel debiteurenrisico, werd de werkmaatschappij ineens opgezadeld met een dubbel debiteurenrisico”, betoogde de advocaat van de curatoren oktober vorig jaar tijdens de zitting.
De omvang van dit risico bleek na het faillissement: bij de holding c.q. eigenaar stond volgens Berghuijs nog voor ruim 21 miljoen euro aan handelsvorderingen geparkeerd. De curatoren van de inmiddels failliete werkmaatschappij hadden het nakijken.
Omdat de securitisatieprogramma’s volgens de klagers niet goed in de jaarrekeningen waren verwerkt, vielen zij ook over de door de RA’s verstrekte goedkeurende verklaringen.
De Accountantskamer gaat hierin mee. Volgens het vonnis hadden de RA’s actief onderzoek moeten doen naar de verslaggevingstechnische implicaties van de overheveling van de handelsvorderingen. Ook hadden zij beter in het dossier moeten documenteren waarom die keuze aanvaardbaar was.
Dat de ene RA een waarschuwing krijgt opgelegd en de andere een berisping, een minder zware maatregel, houdt verband met het feit dat deze accountant geen enkele medewerking heeft willen verlenen aan het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement. Ook hierover hadden de curatoren zich beklaagd.
Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle