Waarschuwing accountant wegens gebrek in toelichting blijft overeind

Een accountant die een waarschuwing kreeg omdat zijn toelichting op een jaarrekening tekortschoot, is zonder succes in hoger beroep gegaan. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde ook dat een toelichting noodzakelijk was over de continuïteit van de onderneming.

De accountant maakte de jaarrekeningen op van een conglomeraat van tientallen BV's. Bestuurders daarvan hadden een afspraak gemaakt met de banken over een 'stand-still' van 2 jaar: de banken zouden geen aflossingen vragen of rente berekenen en in de tussentijd werd de vastgoedportefeuille 'gecontroleerd afgebouwd'. Maar volgens een klagende bestuurder was hier sprake van een gecontroleerd faillissement. De accountant had volgens hem de jaarrekeningen van de projectvennootschappen niet mogen samenstellen op basis van continuïteit, omdat daarmee de buitenwereld op het verkeerde been is gezet. De Accountantskamer zag inderdaad een gebrek in de toelichting op de jaarrekeningen en legde een waarschuwing op.

De accountant ging in hoger beroep. Hij meende dat de projectvennootschappen geconsolideerd zijn opgenomen in de jaarrekening en dat met de directie van deze BV intensief was overlegd over de continuïteit van de groep en haar verschillende onderdelen. Hij heeft zo vakbekwaam en zorgvuldig gehandeld, meende hij. Het College is het daarmee oneens. In de toelichting op de jaarrekeningen is geen aandacht besteed aan het negatief eigen vermogen en negatief liquiditeitssaldo van de projectvennootschappen. Op de zitting gaf de accountant al aan dat de continuïteit van de groep, waarin ruim 100 vennootschappen waren ondergebracht, in het geding was. Daarom moesten er projectvennootschappen afgestoten worden. In de jaarrekening had dit toegelicht moeten worden. Maar die toelichting ontbrak. Geconsolideerde opname van de projectvennootschappen in de jaarrekening maakt dat niet anders, aldus het College.

De accountant had moeten zien dat gegevens over de BV onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend waren, oordeelde het College ook. De Accountantskamer overwoog al dat de accountant bijvoorbeeld een gerichte analyse had kunnen opstellen over de continuïteit. Ook een uiteenzetting over de stand van zaken van dit bedrijf had in de toelichting op de jaarrekening opgenomen kunnen worden. Door dit niet te doen handelde de accountant in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, aldus het vonnis.

Het beroep is aldus ongegrond verklaard.

Lees ook:

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen