Waarschuwing accountant voor ’te weinig kritisch’ rapport blijft overeind

Een deskundige had er een punt van moeten maken dat een accountant een dubbele boeking over het hoofd zag. De waarschuwing die hij hiervoor eerder opgelegd kreeg, bleef in hoger beroep overeind.

Dat blijkt uit een vonnis van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De deskundige werd ingeschakeld in een geschil tussen een drukkerij en diens accountant. Die accountant zag een dubbele betaling voor een bedrijfspand over het hoofd. De klager meende dat de accountant dit had moeten opmerken. De deskundige oordeelde in zijn rapport van niet. “Kernpunt is de veronderstelde dubbele betaling van het bedrijfsgedeelte van het onroerend goed. Indien daarvan onbedoeld sprake was, had dat al meteen door de ouders, de zoon en de notaris moeten en kunnen zijn opgemerkt'', aldus de deskundige in zijn rapport. De Accountantskamer oordeelde echter dat de deskundige wel in zijn rapport had moeten melden dat de accountant de dubbele betaling aan de orde moest stellen. Het leidde tot een waarschuwing voor de deskundige.

Volgens de deskundige heeft de tuchtrechter de fout die de accountant maakte, één op één overgenomen in het deskundigenbericht. Volgens hem had de Accountantskamer veel terughoudender moeten toetsen. Het enkele feit dat hij in het rapport tot een andere conclusie komt dan de Accountantskamer leidt volgens de deskundige niet per definitie tot de conclusie dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij stelt zich dan ook op het standpunt dat zijn rapport op een deskundige en zorgvuldige manier tot stand gekomen is. Volgens de deskundige was de accountant van de dubbele betaling op de hoogte, maar hoefde hij daarover geen vragen te stellen. De reden hiervoor was dat alle betrokkenen, ook zij met geringe administratieve kennis, dit konden opmerken. En geen van de betrokkenen maakte hierover een opmerking.

Het College meent echter dat de accountant wel nadere informatie over de dubbele betaling had moeten inwinnen. “Het ging immers om een op z’n minst genomen opmerkelijke financiële transactie die bovendien van materieel belang was voor de onderneming en van grote betekenis voor zijn bedrijfsresultaat in het jaar 2007. Dat de ‘dubbele betaling’ door alle betrokkenen opgemerkt had kunnen worden en dat er bij de uitvoering van de transacties deskundigen waren ingeschakeld, waaronder een notaris, doet daaraan niet af.'' De accountant had moeten vragen of het de bedoeling was dat de klager de verplichting bij het voldoen van de prijs van het bedrijfspand tweemaal op zich nam.

Volgens de deskundige was de vraagstelling van de rechtbank gesloten. Hij kon dus geen toelichting geven. “Niet valt in te zien waarom het appellant niet zou zijn toegestaan zijn antwoord op de vragen van de rechtbank van een motivering of nuancering te voorzien'', reageert het College. De Accountantskamer heeft de klacht terecht gegrond verklaard. De maatregel van waarschuwing blijft overeind.

Lees ook:

 

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen