Waarschuwing accountant voor niet tijdig reageren op vragen

Een accountant die niet tijdig reageerde op vragen van cliënten heeft een waarschuwing gekregen van de Accountantskamer. Ook al meende hij dat de relatie met de drie huisartsen al was beëindigd, dan nog heeft de AA gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, door pas weken later uitsluitsel te geven over de reden voor het achterwege blijven van beantwoording van de gestelde vragen.

Overigens betwisten de klagers dat de relatie al was beëindigd. De gegrond verklaarde klacht vormde  slechts een deel van de verwijten van de huisartsen. Zij menen dat de accountant vanaf 2008 heeft verzuimd om de kosten van het deel van het pand dat in gebruik was bij de maatschap, eenvijfde, in mindering te brengen op de aangifte inkomstenbelasting. Maar dat onderdeel hebben klagers naar het oordeel van de tuchtrechter niet concreet onderbouwd. “Na betwisting door betrokkene hebben klagers volstaan met het inbrengen van een overzicht van de kosten”, zo staat in de beslissing. Daarmee hebben ze nog niet aangetoond dat de kosten niet in de belastingaangiften waren opgenomen. En op hen rust nu eenmaal de ‘stel- en bewijsplicht’.

Ook het verwijt dat de accountant een ‘duidelijke fout’ gemaakt heeft door eenvijfde deel van het pand in box 1 op te geven en daarnaast de volledige waarde in box 3 treft geen doel. De Belastingdienst kondigde een lagere aanslag aan, op grond van informatie van een andere adviseur van klagers. Maar beklaagde heeft in zijn verweerschrift uitvoerig toegelicht dat de waarde van het bedrijfspand voor eenvijfde in box 1 is opgegeven en voor viervijfde in box 3. De klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de accountant een fout heeft gemaakt. Ook hebben ze niet kunnen aantonen dat de AA een te hoge WOZ-waarde voor het bedrijfspand heeft gehanteerd.

Het vertrouwen van de huisartsen in hun accountant was weg, zoveel was wel duidelijk. Toch hebben ze hem medio 2014 tot drie keer toe vragen gesteld, waarop de beklaagde niet inhoudelijk heeft gereageerd. Hem was telefonisch te kennen gegeven dat de huisartsen het niet meer zagen zitten met hem. Hij ging ervan uit dat hij niet meer hun accountant was. Maar hij heeft dat niet schriftelijk vastgelegd. Hij had correct en tijdig moeten reageren op vragen, stelt de Accountantskamer.

Lees ook:

[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen