Waarom winst van een beurshandelaar in box 3 valt

25 maart 2025 was een zonnige dag voor menig daytrader die zich zorgen maakte over belastingheffing over zijn tradingwinsten. Zou het box 1 of het gunstiger box 3 worden? Rechtbank Noord-Holland bracht een welkome dosis duidelijkheid.
In deze zaak zag de Belastingdienst het positieve inkomen van een effectenhandelaar als winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Dit zou betekenen: belasting in box 1, dus tot wel 49,5 procent over de winst.
Maar de rechtbank zag dit anders. De positieve tradingresultaten zijn niet belast in box 1 maar in box 3, omdat er geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig was. De rechtbank vindt daytraden – geldt overigens ook voor crypto – speculatief. En dus geen heffing in box 1.
Waar het om ging
Deze zaakdraaide om een daytrader die, op basis van een samenwerkingsovereenkomst met een professionele partij, voor gezamenlijke rekening en onder gemeenschappelijke naam handelde in effecten, waardepapieren, optierechten, futures, etc.
Door deze samenwerking had de handelaar tegen relatief lage kosten toegang tot informatiebronnen zoals Reuters en Bloomberg. De orderboekgegevens waren echter identiek aan die van reguliere brokers zoals Binck en DeGiro. Verder maakte de handelaar geen gebruik van tradingbots of andere (geautomatiseerde) programmatuur waarmee hij over waardevollere informatie zou beschikken dan reguliere beleggers of waarmee hij automatisch had kunnen traden.
Substantiële positieve resultaten
In de jaren 2016 tot en met 2023 behaalde hij – na winstverdeling met de professionele partij – substantiële positieve resultaten. De handelaar gaf deze inkomsten op in box 3. De Belastingdienst stelde dat sprake was van een bron van inkomen, waardoor de positieve handelsresultaten belast moesten worden in box 1.
Volgens de wet is er sprake van belastbaar inkomen in box 1 als een bron van inkomen aanwezig is. Wil sprake zijn van een bron van inkomen dan moet aan de volgende (cumulatieve) criteria worden voldaan:
- Deelnemen aan het economische verkeer (dus niet alleen hobbyen op een demo-account);
- Oogmerk om winst te behalen (persoonlijke intentie);
- Winst moet ook objectief gezien haalbaar zijn – het mag dus niet puur op geluk gebaseerd zijn.
Criteria voor belastbaar inkomen altijd in samenhang
Deze voorwaarden worden altijd in samenhang beoordeeld. Het moet dus gaan om een resultaat dat behaald is in het economische verkeer, als gevolg van verrichte arbeid. De beoordeling vindt plaats op het moment dat de activiteiten worden uitgevoerd. Resultaten uit andere jaren kunnen hierbij wel van belang zijn ter ondersteuning.
In veruit de meeste gevallen vormt de kern van de discussie met de inspecteur of is voldaan aan het laatste criterium: de objectieve voordeelsverwachting. Met andere woorden: kon men redelijkerwijs voordeel verwachten met (handels)activiteiten? Alleen als arbeid ook daadwerkelijk invloed heeft op het resultaat, wordt het voordeel belast in box 1. Is er géén invloed? Dan is het voordeel speculatief – en dus niet belast in box 1 maar in box 3.
De daytrader stelde dat geen sprake was van een objectieve voordeelsverwachting en dat hij door de samenwerkingsovereenkomst niet in een voorrangspositie verkeerde ten opzichte van andere reguliere handelaren. Oftewel: de voordelen hoorde – conform de ingediende aangifte – thuis in box 3.
Betoog van de Belastingdienst
Volgens de Belastingdienst was er wél sprake van een objectieve voordeelsverwachting, op basis van de volgende punten:
- De handelaar was speciaal uitgekozen en opgeleid door het professionele bedrijf en werkte met hen samen via een overeenkomst waarbij grote bedragen waren gemoeid.
- Door de samenwerking had hij toegang tot betaalde handelsinformatie en geavanceerde platforms, wat hem een voordeel zou geven boven de gewone particuliere belegger.
- De risicoverdeling uit de samenwerkingsovereenkomst is gunstig voor de handelaar: hij deelt meer in de winst en minder in het verlies.
- Hij handelt zeer actief, vaak op dagbasis, wat volgens de Belastingdienst verder gaat dan normaal vermogensbeheer.
- De resultaten zijn structureel positief, en hij leeft ervan – dat zou wijzen op een bron van inkomen.
Opvallend is dat de Belastingdienst bij andere daytraders die óók met dezelfde professionele partij samenwerkte, het standpunt innam dat géén sprake was van een bron van inkomen. Die daytraders beschikten toch ook over dezelfde faciliteiten als de belanghebbende in deze zaak? Inconsistent? Zeker.
Rechtbank: intensieve beurshandel is speculatief
De rechtbank vindt dat intensieve beurshandel – ook als dat dagelijks gebeurt – in de basis speculatief is. De Hoge Raad had dit in 2011 al beslist. Koersbewegingen zijn namelijk niet voorspelbaar. De hoeveelheid arbeid die daarmee gemoeid gaat, heeft daarbij in principe géén invloed op de koers. Een handelaar kan dus nog zoveel nieuwsbrieven lezen of analyses maken, maar heeft dit invloed op de koersbeweging?
Alleen als sprake is van méér of bijzondere kennis of kunde – zoals uitzonderlijke deskundigheid, voorkennis, toegang tot niet-publieke informatie of invloed op de markt – zou sprake kunnen zijn van belastbare winst in box 1.
Wat de rechtbank nog meer zei:
- De daytrader was niet in staat om de koersbewegingen te voorzien of te beïnvloeden;
- De samenwerking met de professionele partij gaf hem geen beslissende voorsprong;
- Ook bij andere handelaren met vergelijkbare samenwerkingen waren uiteenlopende resultaten te zien – en dus was er geen garantie op winst .
Ook was niet aangetoond dat de samenwerking leidde tot lagere kosten of snellere transacties ten opzichte van andere beleggers wat de kans op winst zou kunnen vergroten.
Handelen op de beurs: niet automatisch in box 1
Deze uitspraak bevestigt iets belangrijks: actief handelen op de beurs – zelfs met winst – betekent niet automatisch dat het inkomen in box 1 valt. Zolang de handelaar niet beschikt over bijzondere invloed, voorkennis, koersbepalende macht of speciale tools (zoals bots of algoritmes die voor u traden), worden beleggingsvoordelen in principe als speculatief gezien. En dat betekent: belasting in box 3.
Voor actieve beleggers: een geruststellend signaal. Voor de Belastingdienst: een reminder om voorzichtig te zijn met aannames. Maar de vraag of handelsresultaten een bron van inkomen vormen, blijft afhankelijk zijn van de specifieke feiten en omstandigheden.