Waarom een geruisloze omzetting van onderneming soms niet geldt

Er zal een directe relatie moeten zijn met het ondernemerschap binnen het bedrijf.

De Belastingdienst staat een geruisloze omzetting van een onderneming van een vof in een bv niet onder alle omstandigheden toe. Dat blijkt uit een standpunt dat de Belastingdienst over deze fiscale praktijk heeft ingenomen. Ook al is een geruisloze omzetting toegestaan onder de Wet inkomstenbelasting.

Aan een geruisloze omzetting zijn wel voorwaarden verbonden. Het moet bij zo’n omzetting namelijk gaan om een voortzetting van ondernemerschap. Wordt dat ondernemerschap onderbroken, dan kan de omzetting niet meer geruisloos zijn.

In de kwestie waar de Belastingdienst zich over boog, draait het om een vof die werd omgezet naar een cv. De ondernemer kwalificeert zich als medegerechtigde. Twee jaar later schuift deze ondernemer zijn aandeel door naar een medewerker via de geruisloze doorschuiving, die daarmee ook een commanditaire vennoot wordt.

Twee jaar later wil deze nieuwe medegerechtigde dit aandeel geruisloos doorschuiven in een bv. Daar steekt de Belastingdienst echter een stokje voor. Dit omdat de status van commanditaire vennoot van de voormalige werknemer niet voortvloeit uit een rechtstreekse voortzetting van het ondernemerschap.

Volgens de Wet inkomstenbelasting moet de medegerechtigdheid een direct gevolg zijn van het ondernemerschap van de belastingplichtige zelf. Medegerechtigden krijgen toegang tot investeringsfaciliteiten zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, maar niet tot ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek of de oudedagsreserve. De geruisloze omzetting valt in die laatste categorie.

Een ondernemer kan wel die geruisloze omzetting realiseren, omdat die rechtstreeks verbonden is aan het ondernemerschap. Maar zonder dit ondernemerschap gaat dit niet op.

Gerelateerde artikelen