Waarde van tool is nog niet gerealiseerde opbrengst van arbeid

Op zelf ontwikkelde software kan slechts worden afgeschreven op basis van de historische kostprijs. Dit oordeelt Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Een belanghebbende werkte in de jaren negentig als systeemprogrammeur. In die periode hij in privé software ontwikkeld waarmee het mogelijk is om op een pc aanpassingen en verbeteringen voor mainframeapplicaties te ontwikkelen.

In 2011 heeft de belanghebbende de tool in zijn eenmanszaak ingebracht. Hij heeft de tool geactiveerd op de balans voor een waarde in het economisch verkeer, welke waarde door hem is geschat op een bedrag van € 250.000. De kostprijs van de tool bedroeg € 5.000.

In 2012 heeft een andere partij de licentierechten van de tool gekocht voor een licentievergoeding van € 100.000. De belanghebbende heeft de tool in circa 40 dagen gereed gemaakt voor het gebruik door de andere partij. In de aangifte IB/PVV 2012 heeft (de gemachtigde van) de belanghebbende een willekeurige afschrijving op de tool opgevoerd van € 100.000. De belastinginspecteur heeft slechts een afschrijving van € 5.000 toegestaan.

In geschil is of de tool op de openingsbalans van de eenmanszaak dient te worden geactiveerd tegen de waarde in het economische verkeer (standpunt belanghebbende) of tegen de historische kostprijs (standpunt belastinginspecteur), welke waarde vervolgens dient als basis voor de berekening van de jaarlijkse afschrijving.

Door de tool via zijn onderneming in het onderhavige jaar voor eigen rekening te exploiteren, realiseert de belanghebbende alsnog de opbrengsten van door hem in het verleden verrichte arbeid, oordeelt Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dat de belanghebbende in eerste instantie heeft afgezien van exploitatie voor eigen rekening en dat tussen de initiële ontwikkeling van de tool en de uiteindelijke exploitatie een lange periode zit, doet hieraan niet af. Evenmin doet daaraan af dat door de technologische ontwikkelingen in de loop der jaren de aanwendingsmogelijkheden van de tool zijn toegenomen.

Aangezien niet in geschil is dat voor de ontwikkeling van de tool (maximaal) € 5.000 kosten zijn gemaakt, moet de meeropbrengst van de tool volledig toegerekend worden aan de arbeid van de belanghebbende.

De belastinginspecteur krijgt gelijk.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen