Vrijwillige vertrekregeling ten onrechte aangemerkt als rvu

In geschil is of een vertrekregeling kwalificeert als een regeling voor vervroegde uittreding (rvu). Rechtbank Noord-Holland heeft hierover geoordeeld.

Een luchtvaartmaatschappij houdt zich bezig met vrachtvervoer en had een personeelsbestand bestaande uit onder meer 265 piloten (stand april 2014). Als gevolg van inkrimping van activiteiten en economische omstandigheden is er per april 2014 een overtolligheid ontstaan bij de piloten.

Om de overtolligheid af te bouwen, heeft de luchtvaartmaatschappij met de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers een samenhangend pakket aan maatregelen afgesproken dat is vastgelegd in een document getiteld 'Protocol afbouw van boventalligheid X-vliegers 2014'.

In geschil is of deze regeling kwalificeert als een regeling voor vervroegde uittreding (52% eindheffingsloon). Volgens de belastinginspecteur is dat het geval, maar Rechtbank Noord-Holland geeft hem geen gelijk.

Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een rvu spelen de beweegredenen van de werkgever geen rol. Het gaat erom of de uitkeringen bedoeld zijn ter overbrugging of aanvulling van het inkomen van de (ex-)werknemer tot de pensioendatum (vgl. Hoge Raad 15 juni 2012, 11/04002, ECLI:NL:HR:2012:BU8935). Dat is in deze zaak niet het geval, aldus de Rechtbank.

(Bron: Fiscanet) 

Gerelateerde artikelen