Vooruitzicht voor Nederlandse economie wordt steeds schraler
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verlaagt voor de tweede keer in korte tijd zijn groeivoorspellingen voor de Nederlandse economie. Volgens het fonds trekt de economische groei hier komende jaren wel wat aan, maar langzamer dan eerder gedacht.
- Nederlandse economie is volgens IMF op termijn nog 'veerkrachtig'
- oplopende rente, dalende vraag en hogere energieprijzen drukken economie
- dalende inflatie, sterke bankensector en lage werkloosheid sterke punten nederlandse economie
In 2023 nam de Nederlandse economie uiteindelijk maar 0,1 procent in omvang toe, komt naar voren uit de nieuwe inschatting. Dit jaar valt er 0,6 procent groei te verwachten en volgend jaar 1,3 procent. Eind januari ging het fonds bij zijn wereldwijde ramingen nog uit van 0,2 procent in 2023, 0,7 procent dit jaar en 1,3 procent groei voor Nederland in 2025. En dat was ook al een somberder beeld dan het IMF een aantal maanden daarvoor had geschetst.
Dat de voorspellingen al zo snel opnieuw bijgesteld worden, komt omdat onderzoekers van het fonds afgelopen dagen uitgebreid onderzoek hebben gedaan in ons land. Een team van het IMF heeft speciaal voor deze al eerder geplande onderzoeksmissie ook gesproken met Nederlandse regeringsfunctionarissen en mensen van De Nederlandsche Bank (DNB).
Het gaat nog om voorlopige bevindingen. Daarin is het IMF ook weer niet heel pessimistisch over Nederland. "Hoewel de groei de laatste tijd is vertraagd, blijft de Nederlandse economie opmerkelijk veerkrachtig", schrijft het fonds.
Dat de economische groei afgelopen jaar tot een minimum is teruggevallen zou vooral te wijten zijn aan de eerdere stijging van de energieprijzen in combinatie met de opgelopen rentes en een teruggelopen vraag vanuit het buitenland. Daarbij kreeg de koopkracht van consumenten een flinke knauw, wat in de eerste helft van vorig jaar zorgde voor dalende consumptiecijfers.
Het IMF denkt dat het in de laatste drie maanden van vorig jaar juist weer wat beter met de economie ging. Dit herstel zou vooral gesteund zijn door de gestegen lonen en de toegenomen huizenprijzen. Bij de industriële productie en de export was nog geen sprake van een opleving. De hogere rentes drukten daarnaast nog op de investeringen, aldus het IMF.
Een belangrijk positief punt volgens de onderzoekers is dat de werkloosheid historisch laag blijft en de roep om personeel bij bedrijven is nog steeds groot. Tegelijk lijkt de inflatie geleidelijk af te nemen, van 4,1 procent vorig jaar naar 3 procent dit jaar, om dan volgend jaar op 2,3 procent uit te komen. De bankensector oogt volgens het fonds verder bestendig en bij de overheidsfinanciën ziet het IMF verbetering, ondanks de genomen steunmaatregelen om de impact van de hoge energieprijzen te verzachten. (ANP)