‘Voorstellen terugvordering staatssteun onduidelijk en rechtszekerheid in het gedrang’
RB-voorzitter Wil Vennix licht toe: “Staatssteun kan ook in een fiscaalrechtelijke verhouding worden verstrekt. Het kan zijn dat een belastingplichtige volstrekt legitiem een afspraak maakt met de Belastingdienst. Voor diegene is het dan onbegrijpelijk dat hij of zij achteraf wordt geconfronteerd met naheffing/navordering vanwege staatssteun. Mag een belastingplichtige nog wel vertrouwen op afspraken die de Belastingdienst zelf maakt? Hetzelfde geldt als achteraf een wettelijke regeling als staatssteun wordt aangemerkt. Hoe zeer mag je nog op de wet vertrouwen?”
Bewaarplicht
De administratieve lasten nemen volgens RB ook nu weer toe. Vennix: “De Nederlandse fiscale wetgeving kent een bewaartermijn van zeven jaar. Begunstigden van staatssteun hebben een bewaarplicht van tien jaar. Het is alleen niet duidelijk vanaf welk moment de bewaartermijn begint te lopen. Wat moet je allemaal bewaren? Ook dat blijkt niet uit het concept wetsvoorstel. Voorafgaande vraag is nog hoe een belastingplichtige kan weten dat er mogelijk sprake is van staatssteun.”
Gevolgen van terugvordering
De reactie van het RB op het voorstel bevat meer aandachtspunten. Zo heeft een belastingplichtige bij terugvordering van staatssteun geen mogelijkheid om, als hij het terug te vorderen bedrag niet (in één keer) kan betalen, beslaglegging te voorkomen. Dit kan grote gevolgen hebben, zoals een faillissement of het einde van de onderneming. Dit moet zoveel mogelijk worden voorkomen.
De onterecht verstrekte staatssteun wordt als belasting teruggevorderd. Dat zou betekenen dat de teruggevorderde bedragen in internationaal verband als verrekenbare belasting kunnen worden beschouwd. In nationaal verband zou het ‘etiket’ belasting als gevolg hebben dat de verschuldigde bedragen soms aftrekbaar zijn.
• Reactie RB op concept ‘Wet terugvordering staatssteun’
Lees ook: