Voormalig zakenpartner sleept accountant voor tuchtrechter om coronasteun

Bij zijn vertrek bij een accountantskantoor begin 2021 nam de klager een klantenportefeuille mee met een jaaromzet van zeven ton. Prompt deed zijn voormalige partner een aanvraag voor coronasteun vanwege een verwachte omzetdaling van diezelfde grootte, stelde de klager.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/928

Om de nood voor ondernemers in de pandemie te verlichten kwam de landelijke overheid met de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Alleen mocht het kantoor helemaal geen aanspraak maken op die regelingen omdat de omzetdaling een gevolg was van het uit elkaar gaan van klager en beklaagde en niet vanwege de pandemie, zei eerstgenoemde op de tuchtzaak. Alleen: hoe denkt hij dit alles te kunnen bewijzen? “Ik heb alles naar waarheid ingevuld en ik voldoe aan de wet- en regelgeving'', reageerde de beklaagde accountant.

De klager en beklaagde hadden een verschil van inzicht over de toekomst van het kantoor. De klager trad in 2021 uit, met meeneming van een aantal klanten. Tot en met de jaarrekeningen van 2020 is de klager op de hoogte van de omzet van het kantoor. “Dus de rekensom is makkelijk te maken'', zei hij de tuchtrechter. 

Van een omzet van 2,2 miljoen ging het in 2021 naar een prognose van 1,5 miljoen euro. Een daling van precies die zeven ton aan omzet van klanten die de klager had meegenomen. “Worden die NOW- en TVL-regelingen terecht aangevraagd?'' Hij meent dat zijn voormalig zakenpartner integer hoort te handelen. Volgens de beklaagde weet de klager niet waar die omzetdaling aan te wijten is. “Maar waardoor wel, dat laat hij in het ongewisse'', aldus de klager. “Dat hij met geen enkele toelichting of onderbouwing komt, bevestigt mijn idee.''

“Meneer heeft hier helemaal niks mee te maken'', was het primaire verweer van de beklaagde. “Hij weet niets van de daadwerkelijke omzet van 2021, weet niets van de overwegingen tot de aanvraag en ook niet wat ik de instanties heb gemeld als onderbouwing'', zei hij. 

Het zijn bovendien vooral die instanties die moeten beoordelen of hij recht heeft op coronasteun, niet zijn voormalig zakenpartner. “Hij is bovendien een concurrent van mij. Stel nu dat naast de omzetdaling alle klanten zijn weggelopen? Daar heeft meneer niks mee te maken.'' 

Beide accountants werken in hetzelfde dorp in hetzelfde netwerk. Bovendien loopt er apart een procedure van de klager die gaat over hun vaststellingsovereenkomst. De klager wil geld en kan alle informatie uit deze tuchtprocedure tegen hem gebruiken, zei de beklaagde.

De voorzitter deed een handreiking: de Accountantskamer kan bepalen dat de informatie die hij in deze tuchtprocedure geeft, daarbuiten niet gebruikt mag worden. De beklaagde veranderde niet van mening: inhoudelijk wilde hij amper op de verwijten ingaan. “Mijn verweer is dat als een voorschot wordt aangevraagd waarvoor wet -en regelgeving geldt en niet is aangetoond dat het niet aan die regelgeving voldoet, dan is het niet aan de klager of aan de Accountantskamer om daar iets van te vinden.'' 

Hij voegde toe dat recent zijn kantoor is overgenomen en dat zijn voormalige zakenpartner dat proces poogt te frustreren. De klager ontkende dat.

De uitspraak: Doorhaling voor een maand na onterechte coronasteun

 

Gerelateerde artikelen