‘Voormalig RA EY Suriname werkte mee aan misleidend rapport’

Kippenboer furieus over onderzoek naar verduistering.

Een RA, tot 2023 werkzaam bij EY Suriname, heeft zijn objectiviteit te grabbel gegooid door in een rapport zijn oren te veel te laten hangen naar de opdrachtgever. Hij heeft hierdoor bewust meegewerkt aan misleiding van de rechtbank. Een zaak die niet alleen een tuchtmaatregel verdient, maar wellicht ook strafrechtelijke stappen.

Dat betoogde een Nederlandse ondernemer, die in 2018 een kippenboerderij begon in Suriname, bij de Accountantskamer. Gerard van den Bergh heet deze kippenboer. Hij woonde lang in Suriname, waar hij in 2008 met zijn levenspartner een commerciële eendenkwekerij begon. Mede geïnspireerd door de stijgende prijzen voor kippenvlees, besloot het duo tien jaar later ook in kippen te stappen. Vijay Kirpalani, een rijke Surinaamse zakenman, leende het stel daarvoor in totaal ruim drie miljoen euro.

Alleen voor de kippenboerderij
Afspraak was dit geld alleen te gebruiken voor de kippenboerderij. Maar op een gegeven moment vermoedde Kirpalani dat het Nederlandse koppel zich niet aan deze afspraak hield. Hij liet daarom verschillende onderzoeken uitvoeren. Ook EY Trinidad & Tobago werd ingeschakeld.

EY besloot voor dit onderzoek onder meer ter plekke een kijkje te nemen en daar  de bestuurders van de kippenboerderij te interviewen. Een taak waarvoor EY Trinidad & Tobago een beroep deed op de Nederlands sprekende RA van EY Suriname. Mede op basis van zijn bevindingen maakte EY Trinidad & Tobago het rapport.

Aangifte van verduistering
De onderzoekers van EY ontdekten onder meer dat de levenspartner van Van den Bergh, telkens na ontvangst van een deel van de lening van Kirpalani, met in totaal ruim twee miljoen euro aan contanten van Suriname naar Nederland vloog. Voor Kirpalani reden een civiele procedure tegen het paar aan te spannen en aangifte te doen van verduistering.

Het Surinaamse OM startte daarop een strafzaak tegen het koppel en eiste drie jaar gevangenisstraf. Eerder deze maand oordeelde het kantongerecht in Suriname dat er geen sprake was van een strafbaar feit en sprak de Nederlandse ondernemers vrij.

Betichten van corruptie
Voor Van den Bergh, die inmiddels weer in Nederland woont, mede omdat er een aanslag op hem is gepleegd, was de zaak daarmee niet af. Hij schreef  een boek over de affaire waarin hij menigeen, betichtte van corruptie, onder wie de voormalige Surinaamse president Chan Santokhi.

In Nederland diende hij met zijn partner een tuchtklacht in tegen de RA. Die had de opdracht weliswaar niet ondertekend en slechts een bijdrage geleverd, maar is volgens Van den Bergh wel medeverantwoordelijk voor het rapport.

Beginselen van integriteit overtreden
De RA heeft volgens Van den Bergh onder meer de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid overtreden. “Het rapport bevat ongecontroleerde conclusies zonder toetsingskader. Er is geen hoor en wederhoor gepleegd, geen verificatie, geen conceptrapport overlegd; de onderzochte partij is op geen enkele manier betrokken. Ook is het een eenzijdig rapport, vooral gebaseerd op de gegevens van de opdrachtgever,” aldus Van den Bergh. “Dat ondermijnt het beginsel van objectiviteit.”

Volgens de RA en zijn advocaten zijn Van den Bergh en zijn partner met hun klacht helemaal aan het verkeerde adres. Allereerst omdat het rapport is opgesteld door de medewerkers van EY Trinidad & Tobago en niet door de RA. “Onze client wordt aangesproken omdat hij toevallig voor klagers de meest zichtbare persoon was in de feitelijke onderzoeken,” aldus Joris Groeneveld, een van de twee advocaten van de accountant.

Opdracht niet aanvaard
Volgens Groenendijk is dat onterecht. “Hij heeft – als werknemer in het gezelschap van drie partners – beslist geen leidinggevende rol vervult. Hij heeft ook de opdracht niet aanvaard, het onderzoek niet gepland en het rapport niet geschreven. De werkzaamheden die hij wel heeft uitgevoerd heeft hij keurig gedaan.”

Dat laatste werd door Van den Berg weersproken. Volgens de Nederlandse ondernemer kreeg de RA tijdens de twee bezoeken aan de kippenboerderij alle medewerking, maar wilde hij niet weten hoe de vork nu echt in de steel zat. “Bij het eerste onderzoek lag alles netjes klaar in aparte mapjes – invoer, uitvoer, nota’s, afboekingen et cetera. Maar was dat voor RA en de andere onderzoekers niet toereikend. Het moest anders.”

“Ik heb dat geweigerd. De tweede keer kwam men direct met een last onder dwangsom en waren ze na een kwartier weer verdwenen.”

Niets kunnen doen
De RA ziet dat anders. Tot twee keer toe hebben hij en zijn team op locatie niets kunnen doen. “De eerste keer zat alles in dozen, maar die mochten we niet meenemen.” Iets wat volgens Van den Bergh niet klopt. “De tweede keer konden we nergens bij omdat de bliksem in de server was geslagen. Onderliggende facturen en bankafschriften waren er niet.”

Een en ander staat volgens de accountant allemaal beschreven in het verslag van de aanwezige deurwaarder.

Vorm van vooringenomenheid
Voor de voorzitter aanleiding Van den Bergh te vragen of er nog meer in dit verslag staat wat volgens hem niet klopt. Een vraag die klager duidelijk in het verkeerde keelgat schoot. “Ik proef een bepaalde vorm van vooringenomenheid,” reageerde hij. Er volgde een schorsing, zodat klager en zijn partner zich konden beraden. Maar wraking bleef uit.

Uiteindelijk bleek dat klager het rapport, dat in het dossier zat, niet eens had gelezen.

De Accountantskamer hoopt binnen twaalf weken uitspraak te kunnen doen.

Gerelateerde artikelen