Voorbelasting geleverd schoolgebouw niet aftrekbaar

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat een gemeente de ter zake van de bouw van een schoolgebouw in rekening gebrachte omzetbelasting niet als voorbelasting in aftrek kan brengen.

In opdracht en onder beheer van burgemeester en wethouders van een gemeente is een school gebouwd voor twee onderwijsinstellingen die worden beheerd door een stichting. De bouwkosten bedroegen € 27.954.861 en het gebouw is verkocht aan de schoolstichting voor € 1.958.358.  De gemeente heeft € 4.430.369 omzetbelasting, die haar ter zake van de bouw in rekening is gebracht, als voorbelasting in aftrek gebracht.

De Inspecteur heeft de aftrek geweigerd en volgens Rechtbank Den Haag heeft hij dat terecht gedaan. De koop- verkoopprijs is namelijk bepaald op het bedrag van de kosten van extra voorzieningen in het schoolgebouw die op grond van de Wet op het voorgezet onderwijs niet voor rekening van de gemeente behoefden te komen.

Voor de levering van het schoolgebouw is aldus in wezen geen vergoeding in de zin van artikel 8, lid 2, Wet OB 1968 bedongen en daarom is geen sprake van een levering onder bezwarende titel. De Rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de stichting de levering niet heeft verwerkt in haar financiële administratie maar slechts een voorziening heeft getroffen voor de extra voorzieningen die voor haar rekening kwamen. De gemeente kan de haar ter zake van de bouw van de school in rekening gebrachte omzetbelasting dus niet als voorbelasting in aftrek brengen.

 

(Bron: Fiscanet) 

Gerelateerde artikelen