Voet gaat steeds meer van het gas in de industrie
De groei van de bedrijvigheid in de Nederlandse industrie is in juli verder afgezwakt naar het laagste niveau sinds november 2020. Dat meldde de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) op basis van haar inkoopmanagersindex. Zo lieten de nieuwe orders voor de industrie volgens de Nevi de kleinste toename in twee jaar zien en nam de productie in het laagste tempo in twintig maanden toe.
De index die de bedrijvigheid meet, zakte in juli naar een stand van 54,5, van 55,9 in juni. Een niveau van 50 of meer duidt op groei, daaronder op krimp. De industrie kampt onder meer met tegenwind van de hoge inflatie en zorgen over een economische recessie en de Russische gasleveringen. Daardoor is het groeitempo al langere tijd aan het teruglopen. Dat is dus ook te zien in de nieuwe orders, die minder sterk toenemen, net als de exportorders.
"Hoewel het herstel van toeleveringsketens en de grote orderportefeuilles kunnen helpen de productie op peil te houden, nemen de risico’s duidelijk toe", zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO, in een toelichting op het cijfer. "De energiecrisis veroorzaakt nog altijd hoge inflatie, die gevolgen heeft voor de vraag. Bovendien kan de industriesector bij een tekort aan aardgas op rantsoen worden gezet, met name in Duitsland, wat toeleveringsketens opnieuw zou ontregelen en de vraag verder kan doen afnemen."
Wel blijven producenten volgens de Nevi positief over de groei voor de komende twaalf maanden, al is dit optimisme minder groot dan in juni. Verder bleef de werkgelegenheid in de industrie toenemen. Bedrijven wisten openstaande vacatures in te vullen.