Vestia-zaak krijgt staart bij tuchtrechter

In de nasleep van de omvangrijke Vestia-affaire moest maandag een derivatendeskundige zich verantwoorden voor de tuchtrechter in Zwolle. En hij is niet de enige. ,,Over drie weken staat de zaak tegen een accountant met een samenstellingsopdracht op de rol'', aldus het Openbaar Ministerie.
De Rotterdamse woningbouwcorporatie Vestia kwam in 2012 in de problemen door risicovolle beleggingsproducten. De portefeuille renteswaps steeg in 2010 tot een bedrag van 9,9 miljard euro. De corporatie zag zich door daling van de rente als gevolg van de financiële crisis genoodzaakt aan te kloppen bij de banken voor hulp. Andere corporaties moesten Vestia te hulp schieten. Dit alles is in mei al uitgebreid aan bod geweest bij de Accountantskamer. Toen waren de accountants gedaagd die zich over de gewraakte jaarrekeningen van de corporatie hadden gebogen. Een van die accountants riep in 2009 de hulp in van een derivatendeskundige van Deloitte Financial Advisory Services (FAS). De controlerend accountant benaderde hem om zich te buigen over de vraag of Vestia het zogeheten kostprijshedge-accounting mocht gebruiken. In mei 2009 schreef de deskundige een memo waarin hij stelde dat de corporatie aan de voorwaarden voldeed. Volgens het OM gebruikte hij als basis voor die vaststelling alleen het hedgedocument, afkomstig van de treasurer van Vestia. Dat document werd gestaafd door een Excel-bestand dat door diezelfde treasurer was opgesteld. De deskundige ging volgens het OM ‘gemakshalve’ uit van het feit dat die gegevens klopten. 
Na de goedkeuring van mei ging het team van de RA door met het doen van onderzoek. ,,Alle werkzaamheden die Deloitte FAS bij Vestia uitvoerde hadden maar een doel, namelijk het beantwoorden van een onderzoeksvraag waarop de gedaagde al op 17 mei 2009 het antwoord meende te geven”, aldus de klacht. De RA kon op die datum onmogelijk over voldoende materiële grondslag beschikken ,,om ‘clearance’ aan de controlerend accountant te kunnen geven”. En het is opmerkelijk dat de deskundige zo weinig onderzoek deed voorafgaande aan zijn conclusie. Hij wist van de enorme omvang van de derivatenportefeuille van de corporatie en wist dat zijn werk een zeer belangrijk onderdeel van de verplichte jaarrekeningcontrole was. Volgens het OM heeft hij de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid geschonden.
De advocaat van de beklaagde, die eerder al een van de Vestia-accountants bijstond, vond de klacht van het OM niet zorgvuldig. Bovendien ontbeerde deze de benodigde grondslag. ,,Als klager vooraf om toelichting had gevraagd, hadden we hier vandaag niet gezeten.” Klachtonderdelen komen voort uit gebrek van kennis uit de praktijk, zei de raadsman. Het was niet zijn cliënt die de controle deed. Hij is gedaagd als registeraccountant, maar is in dit dossier slechts ingezet vanwege zijn deskundigheid op gebied van derivaten. Bovendien verwijt het OM hem niet dat zijn conclusie onjuist zou zijn. De controlerend accountant en hij hadden vooraf afspraken gemaakt wie wat zou doen, zei de beklaagde. Het was dus niet aan hem om de juistheid en volledigheid van de derivaten- en leningenportefeuille te controleren. De beklaagde, inmiddels niet meer werkzaam voor Deloitte, benadrukte dat FAS altijd zorgvuldig en gedegen werkt. ,,Als ik een conclusie of memo schreef, zorgde ik altijd voor een goede onderbouwing.” 
Uitspraak over circa 10 weken.
 
Zaaknummer: 14/583
Michiel Satink / JPZ
Gerelateerde artikelen