Verplicht digitaal procederen in fiscale cassatie vanaf april 2020

Digitaliseringsoperatie bij rechtbanken en hoven mislukt, maar niet bij de Hoge Raad.

Door Mr. Reinder de Jong

Met operatie KEI is de geplande digitaliseringsslag bij rechtbanken en hoven compleet mislukt. Communicatie over juridische processen verloopt daar nog steeds per brief of fax. Bij de Hoge Raad wordt al jaren succesvol digitaal geprocedeerd en daarom is per april 2020 digitaal procederen voor beroepsmatige rechtsbijstandsverleners verplicht gesteld via ‘Mijn Zaak Hoge Raad’, ook voor belastingzaken.

Digitaliseringsoperatie bij rechtbanken en hoven mislukt
Eén van de laatste professionele organisaties die anno 2020 nog communiceren met briefpapier en fax zijn onze rechtbanken en gerechtshoven. Al in 2012 is de Raad voor de Rechtspraak gestart met een massale digitaliseringsoperatie, project KEI (Kwaliteit en Innovatie), dat destijds begroot werd op 7 miljoen euro. Dit ambitieuze project moest het  werk en de juridische processen van de rechterlijke macht automatiseren en digitaal procederen mogelijk maken voor rechtszoekenden. Bijkomend voordeel zou een grote bezuiniging zijn op het administratief personeel.

Overheid en grote ICT-projecten gaan helaas slecht samen. Nadat de kosten waren opgelopen tot meer dan 200 miljoen euro werd in 2018 geconcludeerd dat het project jammerlijk was mislukt. De brief en de fax bleef het communicatiemiddel.

Digitaal procederen bij Hoge Raad al jaren mogelijk en vanaf april 2020 ook in belastingzaken
Bij de Hoge Raad is het echter al sinds 2017 mogelijk om in civiele vorderingsprocedures digitaal te procederen via “Mijn Zaak Hoge Raad”. In december 2018 is digitaal procederen mogelijk gemaakt voor reguliere strafzaken en ontnemingszaken. Op 1 februari 2020 is dit zelfs uitgebreid naar alle strafzaken. Als kers op de taart maakte de Hoge Raad vorige week bekend dat het vanaf 15 april 2020 ook mogelijk (en zelfs verplicht) wordt om bij de derde kamer, de belastingkamer van de Hoge Raad, digitaal te gaan procederen.

Hoge Raad wel digitaal voor belastingzaken, rechtbanken en hoven niet?
Rechtbanken en Gerechtshoven vallen via de Raad voor de Rechtspraak onder de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zo ook hun gezamenlijke project KEI. De Hoge Raad heeft een bijzondere positie in het Nederlandse staatsbestel en heeft om die reden een zelfstandige positie gekregen in het begrotingsproces, vergelijkbaar met die van de Hoge Colleges van Staat. Dit betekende ook dat de Hoge Raad zelfstandig aan de slag kon met een volledig eigen digitaliseringsproces. En met succes. Het webportaal voor zaken van de belastingkamer is door het projectteam digitale cassatie van de Hoge Raad uitgebreid en succesvol getest. Ook gebruikers hebben positieve ervaringen met het portaal. Het gebruiksgemak en de betrouwbaarheid worden in evaluaties met waardering genoemd. Tijdens informatiebijeenkomsten die in het kader van de uitbreiding van het portaal met belastingzaken gehouden zijn, spraken aanwezigen hun waardering uit voor de gekozen opzet.

Voor welke (belasting)zaken en vanaf wanneer?
Digitaal procederen kan in alle zaken waarin cassatieberoep wordt ingesteld tegen uitspraken van rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en van Caribische gerechten, die zijn gedaan op of na 15 april 2020. In deze zaken kunnen partijen via “Mijn Zaak Hoge Raad” het cassatieberoepschrift digitaal indienen, op elk moment het digitale dossier inzien en processtukken uploaden en downloaden. Ontvangst van stukken wordt real-time bevestigd. Zodra er iets wijzigt in het digitale dossier wordt automatisch een melding verstuurd via e-mail. Toegang tot het webportaal is mogelijk op drie manieren: (1) via DigiD voor natuurlijke personen, (2) via de Advocatenpas en gemachtigdenpas voor advocaten en hun kantoormedewerkers en (3) via eHerkenning voor overige partijen.

Digitaal procederen voor beroepsmatige rechtsbijstandsverleners verplicht!
Vanaf 15 april 2020 is digitaal procederen verplicht voor beroepsmatige rechtsbijstandverleners zoals advocaten, niet-natuurlijke personen (bedrijven) en vertegenwoordigers van bestuursorganen, in zaken waarin op of na die datum door de vorige instantie uitspraak is gedaan. Natuurlijke personen die niet worden vertegenwoordigd door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, kunnen vanaf dat moment in die zaken kiezen tussen digitaal of ouderwets op papier procederen.

Einde project KEI en rechtsgrond elektronisch procederen
Het project KEI had een ‘eigen’ juridische basis in wetten en besluiten, waaronder de wet van 13 juli 2016, Stb. 2016, 288 en het besluit van 24 april 2017, Stb. 2017, 174) . De Spoedwet KEI maakte op 1 oktober 2019 definitief een einde aan een deel van deze wetgeving, en daarmee aan de KEI-pilots bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Terug was de papieren dagvaarding. Gewerkt wordt aan een nieuw Besluit elektronisch procederen (Bep). Dit Besluit biedt een nieuw regelgevend kader voor alle vormen van vrijwillig en verplicht elektronisch procederen in het civiele recht en het bestuursrecht. Het Bep vervangt de huidige regelgeving over elektronisch procederen, waaronder het Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht. Inhoudelijk sluit het Bep zoveel mogelijk aan op dit Besluit.

De huidige rechtsgrond voor het digitaal procederen bij de Hoge Raad volgt uit het in 2010 ingevoerde artikel 8:40a Awb (Elektronisch verkeer met de bestuursrechter), dat in artikel 29 AWR op de behandeling van het beroep in cassatie van overeenkomstige toepassing is verklaard. Blijkens de Memorie van Toelichting (Kamerstukken 31867, nr. 3) geeft dit artikel een algemene regeling voor het elektronisch verkeer met de rechtbanken als bestuursrechters, de ABRvS, de CRvB en het College van Beroep voor het bedrijfsleven, alsmede voor de gerechtshoven als in hoger beroep rechtsprekende belastingrechters en de Hoge Raad als belastingrechter rechtsprekend in cassatie.

Op grond van art. 8:40a, lid 2 Awb kunnen nadere regels worden gesteld over het elektronisch verkeer met de Bestuursrechter bij of krachtens AMvB. Dit is gebeurd in het Besluit elektronisch verkeer met de bestuursrechter (Stb. 2010, 278) en de daarop gebaseerde Regeling aanwijzing betrouwbaarheidsniveau authentificatie bij elektronisch verkeer met de bestuursrechter (Stcrt. 2010, 15000). In artikel 1 van het Besluit elektronisch verkeer is bepaald dat bij de bestuursrechter beroep slechts langs elektronische weg mag worden ingesteld op een vanwege de gerechten aangegeven wijze.

De Hoge Raad is nu voornemens om een nieuwe paragraaf 5.1 toe te voegen aan het  procesreglement, genaamd “Beroep in cassatie bij de derde kamer van de Hoge Raad” om digitaal procederen mogelijk en in sommige gevallen verplicht te maken. Tot 10 februari 2020 was het mogelijk om bij het projectteam input te geven op de concepttekst. De tekst van de conceptparagraaf is via onze website hier nog te downloaden.

Digitalisering: in de beperking toont zich de meester
KEI beoogde alle juridische processen, met alle bijbehorende procesrechtelijke uitzonderingen op uitzonderingen, volledig te digitaliseren. Dit bleek extreem complex en vrijwel onmogelijk. In tegenstelling tot KEI bestaat de webportaal “Mijn Zaak Hoge Raad” enkel uit een digitale brievenbus. Bij het uploaden van documenten kan een vinkje worden gezet bij de classificatie van het processtuk, en daar houdt de complexiteit ook op. De griffie zal het stuk vervolgens beoordelen en controleren. Bij twijfel kan een procespartij simpelweg bellen met de griffie, net als vroeger. Een elegante en simpele oplossing. In navolging van de Hoge Raad richt de Raad voor de Rechtspraak zich nu op digitale toegankelijkheid, in plaats van het automatiseren van juridische procedures (zie ook de brief van de Raad van de Rechtspraak van 10 april 2018 hierover).

Wat ons betreft is dit een goede ontwikkeling. Het (fiscale) procesrecht is uitermate complex. Feiten zijn in de vertaling naar juridische begrippen voor velerlei uitleg vatbaar. Dit is mensenwerk, voor juristen van vlees en bloed, dat mensenwerk behoort te blijven. Heeft u vragen over de mogelijkheden voor het voeren van een digitale fiscale cassatieprocedure? Neem dan gerust vrijblijvend contact op.

Mr. Reinder de Jong van Hertoghs advocaten-belastingdeskundigen te Rotterdam is fiscaal specialist bij Fiscaalconsult. Zijn specialisme(n): Formeel belastingrecht, fiscaal strafrecht en indirecte belastingen (btw)

Gerelateerde artikelen