Verpleegkundige haalt bakzeil met klacht tegen accountant
Privacy schending. Zorgplicht verzaakt. Negeren bezwaar tegen naheffing. De klacht die een ic-verpleegkundige indiende tegen een voormalige AA – inmiddels inspecteur bij de Belastingdienst – was niet mals. Maar het tuchtcollege verklaart dit grieven op alle onderdelen ongegrond.
Voor haar ib-aangiften en btw-afdracht had de vrouw in de loop der jaren verschillende administratie-adviseurs ingeschakeld, maar die maakten er volgens haar allemaal een rommeltje van. Gevolg: jaarrekeningen van haar eenmanszaak bleven uit, waardoor ze een aantal jaren achtereen geen ib-aangifte kon doen. Voor de vrouw mei 2019 reden de accountant opdracht te geven orde op zaken te stellen.
Een lastige taak: de administratie was gebrekkig en lag bovendien bij verschillende partijen. November 2019 had de AA de jaarrekeningen 2016 tot en met 2018 klaar en kon er alsnog worden vastgesteld hoeveel ib ze over die jaren moest betalen.
Niet afgedragen btw
Diezelfde maand stuurde de fiscus haar een naheffing voor niet afgedragen btw. Zo’n 18.000 euro moest ze betalen. Dit nog exclusief een naheffingsboete. De vrouw vroeg de AA daar bezwaar tegen te maken, omdat het bedrag niet zou kloppen. Volgens haar heeft de accountant dit verzaakt. Wel protesteerde hij tegen de boete. Hij schreef dat het allemaal mede mis was gegaan vanwege de ‘kwetsbare psychische positie van zijn client’. Met succes: de boete ging van tafel.
Maar de heffing bleef gehandhaafd. Omdat de AA verzaakte die aan te vechten, besloot de vrouw dan zelf maar bezwaar te maken. Dat werd deels gehonoreerd; de naheffingsaanslag ging zo’n kleine 8.000 euro omlaag omdat de grondslag daarvan niet klopte.
Geswitcht naar de Belastingdienst
In 2025 besloot de vrouw alsnog een tuchtklacht in te dienen tegen de AA, die in 2019 switchte naar de Belastingdienst, waar hij inmiddels werkt als inspecteur. Vijf jaar na dato, omdat ze naar eigen zeggen niet wist dat dat die mogelijkheid bestond en de boel cijfermatig eerst goed op orde wilde hebben.
Volgens de vrouw heeft de accountant niet alleen zijn zorgplicht met voeten getreden, maar haar belangen ook geschaad doordat de ib-aangiften in haar ogen te laat zijn ingediend en doordat hij haar privacy heeft geschonden door, zonder dit met haar te overleggen, de fiscus te schrijven dat ze psychisch een lastige tijd had gehad.
De accountant ontkende tijdens de zitting in oktober dat klaagster hem opdracht zou hebben gegeven bezwaar te maken tegen de naheffing. Ook heeft hij haar naar zijn zeggen haar wel degelijk verteld dat hij in het bezwaar tegen de boete op de naheffing kond zou doen van haar ‘moeilijke psychische situatie’.
Niet op schrift
Voor het tuchtcollege in oktober reden klaagster te vragen welk bewijs zij had voor haar aantijging dat ze de AA zou hebben gevraagd bezwaar in te dienen tegen de naheffing. Dat stond niet op schrift, antwoordde ze, maar gebeurde mondeling.
Voor de Accountantskamer reden dit klachtonderdeel af te wijzen. Klaagster heeft volgens de uitspraak niet aannemelijk gemaakt dat zij de accountant opdracht heeft gegeven om bezwaar te maken tegen de naheffingsaanslag.
Tijdig uitgevoerd
Ook zijn er volgens de tuchtrechters geen concrete afspraken gemaakt over het moment waarop de ib-aangiften uiterlijk moesten zijn ingediend. Omdat de aangiften binnen de daarvoor geldende termijnen zijn ingediend, concluderen zij dat de AA zijn werkzaamheden tijdig heeft uitgevoerd.
Schending van de privacy is evenmin aan de orde, concludeert het college. De toenmalige accountant heeft klaagster destijds laten weten dat hij haar psychische situatie in de bezwaarbrief wilde opvoeren als verplichtende omstandigheid. Klaagster heeft daar destijds geen bezwaar tegen gemaakt.
Daarmee is de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard.