Vermogende belegger haalt forfaitair rendement van 5,39% niet

De vermogensbelasting gaat uit van een forfaitair rendement van 5,39% op beleggingen. Maar dat rendement wordt door vermogende beleggers over het algemeen niet gehaald.

Dit blijkt uit onderzoek van ING dat vandaag is gepubliceerd.

Forfaitair rendement

Vermogende beleggers behaalden het afgelopen jaar naar eigen zeggen een rendement van gemiddeld 4,1%. Hoe hoger het financieel vermogen, des te hoger het gemiddelde rendement van respondenten. De vermogensbelasting gaat uit van een forfaitair rendement van 5,39% op beleggingen. Dit percentage is het gemiddelde rendement op aandelen, obligaties en onroerende zaken over 15 jaar. Afgaande op de gerapporteerde rendementen bleef de gemiddelde vermogende belegger hier dus onder. Alleen huishoudens met meer dan €500.000 kwamen boven dit beleggingsrendement van 5,39% uit. Zij gaven aan gemiddeld 6% rendement op hun beleggingen te behalen.

Bitcoin en andere cryptomunten niet populair

Slechts 1% van de vermogenden belegt momenteel in bitcoins, ethereum, ripple of één van de vele andere cryptomunten. Hiermee wijken vermogenden niet af van de rest van de bevolking. Vooral onder vermogende 55-plussers is beleggen in cryptomunten zeer zeldzaam. Hoewel vrijwel niemand belegt in cryptomunten, is 11% van mening dat deze munten ooit het traditionele geld gaan vervangen. Het merendeel van deze groep denkt echter dat dit nog wel meer dan twintig jaar kan duren. 

Negatief rendement bij alleen sparen

Sparen – het alternatief voor beleggen – is voor veel vermogenden echter niet gratis. Een jaar sparen kost een alleenstaande met €50.000 aan spaargeld bijvoorbeeld zo’n €70 in 2017. Bij €80.000 is het verlies ruim €240. Het bedrag een vermogensbelasting dat hij moet betalen zal namelijk flink hoger liggen dan de bijgeboekte spaarrente.  

Ook in 2018 blijft spaarrendement voor veel vermogenden negatief

Volgend jaar zal sparen minder geld ‘kosten’. In het regeerakkoord is vastgelegd dat vermogenden minder belasting zullen betalen. Toch zal sparen voor veel vermogenden nog steeds niet lonen. In 2018 zal – bij gelijkblijvende spaarrentes – het omslagpunt voor alleenstaanden ongeveer rond de €55.000 liggen (bij paren €110.000). Wanneer het spaarsaldo dit bedrag overstijgt, slaat het rendement om van positief naar negatief.

Angst voor verlies weerhoudt vermogenden te beleggen

Een kwart van de Nederlandse huishoudens bezit meer dan € 50.000,- euro aan financieel vermogen. Ondanks dit behoorlijke vermogen heeft vier op de tien vermogenden geen beleggingen. De voornaamste reden hiervoor is verliesaversie: meer dan de helft van de vermogenden (56%) die niet beleggen geven het ‘hoge risico op verlies’ als één van de redenen om niet te beleggen. Naast het risico op verlies is ook het gebrek aan kennis een belangrijk motief om de tienduizenden euro’s op de spaarrekening te laten staan. Vooral vrouwen geven dit relatief vaak aan als reden. Voor één op de zes vermogende spaarders is ‘dan kan ik niet bij mijn geld’ een reden om niet te beleggen. Dit is enigszins verrassend: bij de meeste aanbieders heeft de belegger snel toegang tot zijn beleggingen. De kosten, tijdsinvesteringen of het verwachte rendement vormen voor vermogenden veel minder een belemmering om te beleggen.

Gerelateerde artikelen