Verlaagde tarief overdrachtsbelasting voor aankoop monumentcomplex

Gerechtshof Den Bosch heeft geoordeeld dat het verlaagde tarief van 2% aan overdrachtsbelasting van toepassing is op de aankoop van een complex bestaande uit drie hofhuizen, een liefdesgesticht en een klooster met kapel, die gebruikt zijn voor (studenten)huisvesting maar op het moment van de eigendomsoverdracht niet meer bewoond waren.

Het hof bevestigt hiermee een eerdere uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant waartegen de inspecteur van de Belastingdienst in beroep was gegaan.

Het complex is aangewezen als monument in de zin van de Monumentenwet 1988 en voor het gehele complex geldt volgens het bestemmingsplan de bestemming ‘wonen’.

Het Hof is, met de rechtbank, van oordeel dat het complex ten tijde van de verkrijging kan worden aangemerkt als een woning als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970. Naar het oordeel van het Hof is het complex in bouwkundige zin bestemd om te wonen en feitelijk heeft het complex ook steeds als woning gediend. Daarmee is het complex naar zijn aard bestemd voor bewoning. Wat de toekomstige bestemming is, is niet van belang. Het verlaagde tarief van 2% is van toepassing.

Gerelateerde artikelen