Verhuur chalets aan arbeidsmigranten; onterechte aanslagen toeristenbelasting

Rechtbank Overijssel heeft geoordeeld dat aanslagen toeristenbelasting ten onrechte door de heffingsambtenaar van de gemeente Ommen zijn opgelegd aan de eigenaar van chalets die werden verhuurd aan arbeidsmigranten.

Eiseres is eigenaar van een aantal chalets op een buitenplaats. Deze chalets worden verhuurd aan arbeidsmigranten, die na enige tijd teruggaan naar het land van herkomst of die zich laten inschrijven bij een woningbouwvereniging en na verloop van tijd een woning toegewezen krijgen. Een aantal bewoners van de verhuurde chalets heeft zich in laten schrijven in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) van de gemeente Ommen. Met betrekking tot diegenen die niet ingeschreven staan in de BRP heeft de Heffingsambtenaar voor het aantal overnachtingen in de chalets aan eiseres aanslagen toeristenbelasting opgelegd over de jaren 2013, 2014 en 2015.

Niet in geschil is dat de huurders van de chalets hun hoofdverblijf elders, in ieder geval niet in de gemeente Ommen hebben. Indien zij de chalets voor tenminste 90 dagen per jaar huren, wordt door die huurders voldaan aan het bepaalde in artikel 223, lid 1, Gemw en artikel 1, lid 1, Verordeningen forensenbelasting.

Omdat ingevolge artikel 3, aanhef en onder 3, Verordeningen toeristenbelasting de heffing van forensenbelasting vóórgaat op de heffing van toeristenbelasting, zijn naar het oordeel van Rechtbank Overijssel de aanslagen toeristenbelasting ten aanzien van huurders die in een kalenderjaar gedurende 90 dagen of meer een chalet huurden, ten onrechte opgelegd.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen