Vergoeding op basis van derivatencontract niet aftrekbaar als eigenwoningrente

Een hovenier heeft in 2011 € 16.843 als kosten eigenwoningschuld in aftrek gebracht. In geschil is of de belastinginspecteur dit terecht niet heeft toegelaten.

Een hovenier heeft in april 2008 een kredietovereenkomst gesloten met de bank voor een totaalbedrag van € 970.000. De geldlening diende ter financiering van de onderneming van de hovenier en de tot het privévermogen behorende eigen woning van de hovenier en zijn echtgenote. Eveneens in het jaar 2008 heeft hij met de bank een zogenaamde ’Cap with Knock-In Floor-overeenkomst’ gesloten. De hovenier heeft in 2011 op grond van dit derivatencontract € 22.421 aan de bank betaald. Een deel hiervan (25 procent) heeft hij ten laste van de winst uit onderneming gebracht. Het andere deel (75 procent: € 16.843) heeft hij in de aangifte IB/PVV 2011 als kosten eigenwoningschuld in aftrek gebracht. In geschil is of de belastinginspecteur het bedrag van € 16.843 terecht niet in aftrek heeft toegelaten.

Partijen gaan ervan uit dat de woning verplicht tot het privévermogen behoort en dat de rechten en verplichtingen uit het derivatencontract, voor zover die betrekking hebben op de woning, geen verplicht ondernemingsvermogen vormen. Hiervan uitgaande kan het betaalde bedrag van € 16.843 bij de winstbepaling niet tot de kosten worden gerekend, oordeelt Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

De betaalde vergoeding kan ook niet aangemerkt worden als kosten van schulden, die zijn aangegaan voor het verwerven, verbeteren of onderhouden van de tot de privévermogen behorende eigen woning. De belastinginspecteur heeft aftrek van het bedrag van € 16.843 terecht niet toegestaan. Het gerechtshof bevestigt de uitspraak van Rechtbank Gelderland.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen