Vereiste BPM-aangifte is gedaan, waardevermindering door schade

Een particulier heeft voor een uit een andere lidstaat afkomstige auto BPM-aangifte gedaan naar een bedrag van € 33.540. De auto was beschadigd en had op het moment van de taxatie 5.641 kilometers op de teller staan. Naar aanleiding van de aangifte heeft de belastinginspecteur de particulier uitgenodigd om zijn auto te laten hertaxeren door een medewerker van Domeinen Roerende Zaken te Soesterberg. De particulier heeft de auto niet voor hertaxatie aangeboden.

De belastinginspecteur heeft vervolgens een naheffingsaanslag opgelegd naar een te betalen bedrag van € 2.974, uitgaande van de handelsinkoopwaarde van de auto in onbeschadigde staat (inclusief btw en BPM), zoals bepaald aan de hand van de door de particulier overgelegde Eurotaxglass’s koerslijst. Bij de bepaling van de verschuldigde BPM heeft de belastinginspecteur het door de particulier opgevoerde schadebedrag van € 7.310 niet in aanmerking genomen.

In geschil is allereerst of de particulier de vereiste aangifte heeft gedaan.

Uit het arrest HR 24 april 2015, 14/04104, ECLI:NL:HR:2015:1083 volgt dat, wil het gevolg van omkering en bewijslast intreden, de belastinginspecteur aannemelijk moet maken dat de op basis van de aangifte verschuldigde belasting zowel absoluut als relatief aanzienlijk lager is dan de daadwerkelijk verschuldigde belasting.

Volgens Gerechtshof 's-Hertogenbosch is eerst sprake van ‘in relatieve zin aanzienlijk’ bij een percentage van 10 of meer. Nu in het onderhavige geval sprake is van een percentage van 8,1% kan niet worden gezegd dat de particulier vereiste aangifte niet heeft gedaan.

De methode ‘koerslijst minus schade’ ter bepaling van de handelsinkoopwaarde is toegestaan, aldus het gerechtshof. Het feit dat de belastinginspecteur niet in de gelegenheid is gesteld om de auto te hertaxeren betekent niet dat de inspecteur enkel om die reden voorbij kan gaan aan de door de particulier gestelde waardevermindering in verband met schade.

Het gerechtshof schat de schade op € 4.000 en brengt dit bedrag in mindering op de koerslijstwaarde. Dit leidt tot een vermindering van de naheffingsaanslag tot € 1.317.

• ECLI:NL:GHSHE:2016:3001

(Bron: Fiscanet)