Verdwenen A4’tje zorgt mede voor tuchtklacht
De omzet in 2011 bedroeg ruim boven de 1,1 miljoen euro, een jaar later viel dat terug tot 971.000 euro. Cijfers die door de klager echter niet geloofd worden. Deze zijn, volgens hem, het gevolg van een stiekeme correctie door de accountant. De reden voor die correctie was een fout die de accountant maakte toen hij de voorraad in 2011 berekende aan de hand van een handgeschreven voorraadlijst. Deze was opgesteld door de klager zelf en naar de accountant gefaxt. Het origineel heeft hij niet meer. Kennelijk maakte de accountant een fout, want de voorraad was in 2012 plots veel lager. Wat dan weer gevolgen voor de bedrijfsresultaten had. De daling met 2 ton was voor de Rabobank aanleiding om de duimschroeven aan te draaien. De ondernemer vreest nu voor het voortbestaan van zijn bedrijf.
De klacht klonk de raadsman van de beklaagde accountant nieuw in de oren. Want voorheen had de klager niet duidelijk gemaakt wat de accountant nu fout had gedaan. De klager diende ook helemaal geen stukken in ter onderbouwing. Tijdens de zitting werd alsnog het handgeschreven overzicht overlegd. Na beraad van een kwartier bleef de raadsman van de klager bij de conclusie dat de cijfers nog steeds niet klopten. Hij vroeg om aanhouding van de zaak om te controleren of het A4'tje goed overeenkomt met de jaarrekening. De Accountantskamer willigde die wens niet in. Volgens de raadsman van de accountant leeft in het hoofd van de ondernemer het idee dat er wel fouten gemaakt moeten zijn. Zo klaagde hij dat de accountant de administratie nooit terug heeft willen geven. De accountant heeft die administratie helemaal niet. Hij stelde slechts de jaarrekening samen op basis van wat de ondernemer aanleverde. “Ze hebben in eerdere procedures al zoveel geroepen'', zei de beklaagde accountant. “Dat ik stukken achter zou houden, ze verzinnen telkens wat anders.'' Ook werd gesuggereerd dat de bank kredieten opzegde door optreden van de accountant. De raadsman: “Er worden causale verbanden gesuggereerd om de klacht gewicht te geven, zonder enige onderbouwing. Daartegen is het lastig verdedigen.''
Vonnis over circa vijftien weken.
(Zaaknr. 16/1924)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]