Vaststelling niet aftrekbare kosten in verband met beoogde verkoop deelneming
Rechtbank Noord-Nederland heeft beslist dat de kosten die zijn opgekomen vanaf het tijdstip dat potentieel geïnteresseerde partijen concreet zijn benaderd voor de overname van de holding-bv (of onderliggende deelnemingen) zijn aan te merken als niet aftrekbare verkoopkosten. Dat tijdstip heeft de rechtbank gesteld op of rond 1 juli 2008. Met inachtneming hiervan heeft de rechtbank de tot die datum gemaakte kosten (€ 73.112) aftrekbaar geacht en de kosten gemaakt na die datum niet aftrekbaar geacht.
Zowel de belastinginspecteur als de bv hebben hoger beroep ingesteld. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verklaart het hoger beroep van de bv ongegrond.
De belastinginspecteur heeft onder meer gesteld dat er geen kostenaftrek mogelijk is omdat alle gemaakte kosten in rechtstreeks causaal verband staan met de uiteindelijke verkoop van de aandelen in de holding-bv. Het gerechtshof geeft de belastinginspecteur gelijk.
Het gerechtshof acht aannemelijk dat al in het jaar 2007 definitief was besloten om tot verkoop aan een geschikte koper over te gaan. Eveneens is aannemelijk dat alle na dit besluit verrichte werkzaamheden gericht waren op die beoogde verkoop van de holding-bv.
Naar het oordeel van het gerechtshof staan de kosten van alle in het kader van dit verkooptraject verrichte werkzaamheden daarom in rechtstreeks causaal verband met de uiteindelijke verkoop.