Van werkenden loopt zzp’er meeste risico op armoede

Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) lopen vaker dan werknemers en zelfstandigen met personeel (zmp’ers) risico op een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Bij 9 van de 10 werkenden met risico op armoede gaat het om deeltijders.

Dit meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek naar werkenden met (en zonder) een armoederisico.

In dit onderzoek is gekeken naar personen met vooral inkomen uit werk die al dan niet deel uitmaken van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. In prijzen van 2017 kwam de grens van dit (netto) inkomen voor alleenstaanden uit op 1.040 euro per maand, voor een alleenstaande ouder met één kind op 1.380 euro en voor een paar met twee kinderen op 1.960 euro. 

Van de werkenden in de leeftijd van 15 tot 75 jaar maakte 2,5 procent deel uit van een huishouden met een inkomen onder de kritische grens oftewel met risico op armoede. Dat komt neer op 188.000 personen. Het aandeel werkenden met een armoederisico is vrijwel onveranderd ten opzichte van 2016. Onder zelfstandigen zonder personeel nam het armoederisico wel toe.

Vanaf het piekjaar 2013, toen nog bijna 250.000 werkenden te maken hadden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens (3,5 procent) daalde het armoederisico bij zowel werknemers als zelfstandigen met personeel (zmp) en zzp’ers. In 2017 is onder zzp’ers het aandeel met een laag inkomen weer gestegen van 8,1 procent naar 8,6 procent. Onder zzp’ers is het risico op armoede het hoogst.

Laagste armoederisico voor voltijds werknemer
Hoe beperkter de werkweek, des te groter is het risico op (langdurige) armoede. Het meeste risico lopen zelfstandigen die in deeltijd werken. Dat geldt het sterkst voor zmp’ers die werken in kleine deeltijd, maximaal 24 uur per week. Bijna 3 op de 10 lopen het risico te maken te krijgen met armoede. 

Daarna volgen zzp’ers en werknemers in kleine deeltijd, tot maximaal 24 uur werk voor een gebruikelijke werkweek, met respectievelijk 21,3 en 6,2 procent. Ook zmp’ers en zzp’ers die meer uren in deeltijd werken (een gebruikelijke werkweek vanaf 24 uur ) lopen met een aandeel van rond 15 procent een verhoudingsgewijs hoog risico. Wel werken er relatief weinig zmp’ers in deeltijd, bijna 4 op de 5 werken voltijds. Bij werknemers en zzp’ers is het aandeel deeltijders groter (iets meer dan 2 op de 5).

Gerelateerde artikelen