Valse verklaring voor Tros Opgelicht?! levert accountant doorhaling op
![](https://accountantweek-uploads.storage.googleapis.com/app/uploads/2025/02/Opgelicht.jpg)
Zaaknr. 23/1890
Zijn poging een cliënt een valse verklaring te laten ondertekenen levert een accountant een doorhaling op van twee maanden.
De accountant kwam in het televisieprogramma Opgelicht?! negatief uit de verf en hij wilde met de verklaring onder meer de rechter in een kort geding tegen het programma misleiden.
“Hallo, rustig hoor. Dit is alleen voor het kort geding, pop, en niet anders. Het is alleen de rechter te laten zien dat deze rectificatie noodzakelijk is en door die uitlating die gedaan is door Opgelicht?! is alleen maar quatsch. Kijk maar hoeveel schade ik lijd.”
Dit citaat komt uit een audiobestand dat de klager maakte van een gesprek dat zij met de accountant in de auto had. In dat gesprek poogde de beklaagde accountant haar handtekening te ontfutselen voor een verklaring waaruit zou blijken dat het item in Tros Opgelicht?! ervoor zorgt dat legio klanten bij hem weglopen. De accountant heeft dan namelijk een kort geding aangespannen nadat het programma aandacht schonk aan zijn wanpraktijken als advocaat. De accountant was eerder tegelijk advocaat. Was, want in april 2021, twee maanden na de uitzending van Opgelicht?!, kwam aan die duofunctie na vele tuchtrechtelijke berispingen een einde. Hij werd van het tableau geschrapt.
Volgens de klager wilde de accountant met de door haar ondertekende verklaring aan de rechter aangeven hoeveel last zijn praktijk had van de ‘leugens’ van het Tros-programma. In dat stuk stond dat ze niet langer van zijn diensten als advocaat gebruik wilde maken als de Tros niet met een rectificatie kwam. Maar dat was helemaal niet wat ze wilde, vertelde ze vorig jaar de tuchtrechter. De accountant werkte voor haar als accountant in de afwikkeling van haar echtscheiding. Hij moest onder meer een draagkrachtberekening opstellen en jaarrekeningen bestuderen. Later gaf de vrouw hem ook de opdracht haar als advocaat bij te staan.
De accountant meende dat de vrouw bij de Accountantskamer aan het verkeerde adres is. Hij heeft geen accountantswerk voor haar verricht. De tuchtrechter ziet dat anders. Zo gaf de accountant aan dat hij een procedure tegen de ex van klaagster was gestart omdat hij volgens haar ,,miljoenen in het buitenland zou hebben gestald, tientallen offshorebedrijven zou hebben en veel zwart geld zou hebben ontvangen”. De Accountantskamer meent dat hij alleen al in die procedure zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend en daarom ook voor de tuchtrechter voor accountants gedaagd kan worden.
‘Naam zwart maken’
De accountant wilde dat de tuchtrechter de audio-opname buiten beschouwing liet. Hij had geen weet van het feit dat de vrouw het gesprek opnam en voelt zich in zijn privacy aangetast. Volgens de tuchtrechter had dat gesprek vooral een zakelijk karakter. De tuchtrechter ziet hierdoor geen ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de accountant.
Verder meende hij dat klacht was ingegeven door rancune omdat ze gefrustreerd is dat de echtscheiding nog altijd niet is afgewikkeld. Ze werd volgens hem woest toen hij aangaf dat hij haar niet langer als advocaat kon bijstaan. Daarop zou zij gezegd hebben dat zij ‘zijn naam overal zwart zou maken en dat zij ervoor zou zorgen dat betrokkene uit het accountantsregister zou worden geschrapt’. Dat er mogelijk een eigen belang speelt, maakt echter nog niet dat er sprake is van misbruik van klachtrecht, meent de Accountantskamer.
Integriteit
Dan de verklaring die hij haar wilde laten ondertekenen: volgens haar was deze vals en heeft hij haar geïntimideerd deze te ondertekenen. Volgens haar wilde hij deze verklaring gebruiken om een schadevergoeding te krijgen.
De accountant meent dat haar verhaal niet klopt. Ze heeft hem uitspraken ontlokt en ze heeft doelbewust delen van het gesprek gewist. De tuchtrechter meent dat hij het fundamentele beginsel van integriteit geschonden heeft. Deze verklaring kwam er op neer dat de klaagster de beklaagde accountant niet langer als advocaat zou willen hebben als er geen rectificatie zou komen, terwijl zij tijdens het gesprek verschillende malen duidelijk maakte dat zij betrokkene hoe dan ook als advocaat wilde behouden.
“Omdat betrokkene met het oog op zijn eigen belangen heeft geprobeerd de waarheid geweld aan te doen en daarbij de intentie had om de voorzieningenrechter verkeerd voor te lichten, moet worden geconcludeerd dat betrokkene niet eerlijk en oprecht heeft gehandeld”, aldus de Accountantskamer. Van intimidatie is niets gebleken, meent de tuchtrechter.
Ook vond zij dat de accountant grensoverschrijdend gedrag vertoonde door haar tijdens het gesprek aan te spreken met de woorden ‘meisje’, ‘pop’ en ‘liefje’. Uit dat gesprek komt dat ook duidelijk naar voren. “Ik geef jou toch al zwart op wit, meisje, dat ik jou advocaat blijf? Dat je alleen die brief hebt getekend voor het kort geding?” zegt hij op een gegeven moment. Of zij zich amicaal en uitdagend opstelde, zoals de accountant meent, is voor de tuchtrechter niet relevant. Ze vindt vooral dat de accountant zakelijk moet blijven. De tuchtrechter vindt een doorhaling van twee maanden op zijn plaats.