Vakantiewoning niet meer dan 90 dagen beschikbaar; geen forensenbelasting
Belanghebbende (X) is eigenaar van een gemeubileerde vakantiewoning. Hij heeft in 2013 de vakantiewoning 45 dagen gebruikt. De vakantiewoning was in 2013 gedurende 159 dagen verhuurd aan derden. In geschil is of aan X voor het jaar 2013 terecht een aanslag forensenbelasting is opgelegd.
Hof Amsterdam is, anders dan Rechtbank Noord-Holland, van oordeel dat de verhuurbemiddelingsovereenkomst, de bijbehorende allonge en de daarop bijgeschreven woorden ’Nader te bepalen/Minder dan 90 dagen’ in onderlinge samenhang bezien, aldus moeten worden uitgelegd dat X de vakantiewoning in 2013 niet meer dan 90 dagen beschikbaar mocht houden voor hemzelf of zijn gezins- of familieleden. De omstandigheid dat de vakantiewoning, in delen van het jaar waarin X deze niet zelf heeft gebruikt noch voor eigen gebruik heeft gereserveerd, niet steeds is verhuurd maakt dit niet anders, evenmin als de omstandigheid dat X bij het reserveren van de vakantiewoning voor eigen gebruik kan kiezen uit alle dagen waarop de woning nog niet is verhuurd.
Gelet op het voorgaande en gelet op de omstandigheid dat X of zijn gezins- en familieleden de vakantiewoning in 2013 daadwerkelijk – ten hoogste – 45 dagen hebben gebruikt, acht het Hof voldoende aannemelijk gemaakt dat de vakantiewoning in 2013 niet meer dan 90 dagen aan X ter beschikking stond (HR 24 juli 1995, 30470, ECLI:NL:HR:1995:AA1657; HR 6 februari 2015, 14/01490, ECLI:NL:HR:2015:222). In 2013 heeft zich derhalve geen belastbaar feit voor de forensenbelasting voorgedaan. De aanslag wordt vernietigd.
(Bron: Fiscanet)