Uittreding uit accountantsmaatschap sleept zich voort
De betreffende accountant raakte in 2005 arbeidsongeschikt na een verkeersongeval. Hij besloot uit te treden. Volgens hem kregen eerdere maten die uittraden ook te maken met problemen. De beklaagde RA is volgens hem ‘slecht in het afwikkelen van relaties’. Hem zou maar een doel voor ogen staan: het niet hoeven betalen aan uittreders. Hij meent dat de maatschap stelselmatig afspraken niet nakomt. Zijn doel is om nu eindelijk eens tot een afwikkeling te komen. Hij meent door onder meer de goodwill nog circa een ton tegoed te hebben.
Volgens de raadsvrouw van de RA was er geen goedlopend kantoor achtergelaten in Tilburg door klager. ‘In tegendeel zelfs’, zei ze. Al in 2006 is gesproken over de posten ‘onderhanden werk’ en ‘debiteuren’. Collega’s van de RA pakten dit op en er bleek veel te weinig gedeclareerd te zijn. De inning van debiteuren was evenmin goed. In die tijd is al, in weerwil van wat de klager beweerd, veel informatie uitgewisseld. De zaak wordt door de klager opgeblazen. Stemmingmakerij, noemde de raadsvrouw het. Er zou een negatief resultaat van 78.000 euro zijn overgebleven. Een procedure met een klant – die nog 60.000 euro moet betalen – loopt nog. ‘De advocaat van die klant gaf aan dat er van alles mis was. Hij bood 20.000 euro om het af te wikkelen. Ik heb de klager gevraagd daarop te reageren, het gaat immers om zijn geld.’
De voorzitter van de Accountantskamer deed daarop een poging om beide partijen weer om tafel te krijgen. Zowel de klager als beklaagde stemden in: de komende zes weken proberen ze de uittreding rond te breien. Lukt dat niet, dan mag de klager de Accountantskamer alsnog om een vonnis vragen.
Zaaknr. 15/1902
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]