Straf voor RA die beslag legde op pensioen klant met psychische klachten

Klager en RA voeren al bijna vijf jaar een juridische loopgravenoorlog. Vrijdag 14 juni deed de Accountantskamer een uitspraak.

Zaaknr. 18/2218

Over deze zaak schreven wij: Loopgravenoorlog

De Accountantskamer heeft een RA die beslag heeft laten leggen op het pensioen van een klant met psychische problemen een waarschuwing opgelegd. Met zijn handelswijze heeft de accountant ‘het beroep in diskrediet gebracht’, staat in de vandaag gepubliceerde uitspraak.

De klant – tevens klager – en de betrokken RA voeren al bijna vijf jaar een juridische loopgravenoorlog. Het OM, de civiele rechtbank: bijna alles en iedereen heeft zich er inmiddels over gebogen, inclusief de klachtencommissie van de NBA. De klachtencommissie verklaarde de klacht ongegrond. De rechtbank stelde de accountant in het gelijk.

De zaak draait primair om een borgstelling. Klager is orgelliefhebber. Bij hem in de buurt dreigde een orgelmakerij failliet te gaan. Dat ging hem aan het hart. Zozeer dat hij aanbood het bedrijf met een kapitaalinjectie te redden. 

De orgelbouwer wees hem daarvoor door naar de RA. Om het hoofd boven water te kunnen houden had de orgelbouwer de hulp ingeroepen van deze accountant. Zo kwamen de klager en de RA in oktober 2013 voor het eerst met elkaar in contact.

Veel hoop was er niet meer voor de orgelmakerij, meende de accountant. Volgens hem restte er weinig meer dan een faillissement – de RA had inmiddels voor zo’n 17.000 euro aan werkzaamheden voor de orgelbouwer verricht. Maar daar wilde de klager niets van weten. “Ik sta persoonlijk borg voor die 17.000 euro”, zou hij volgens de accountant hebben gezegd. Ook verstrekte de man de RA opdracht hem bij de redding te blijven begeleiden. 

Maar al snel bleek de RA dat de klager helemaal niet over geld beschikte – noch voor de redding van het bedrijf, noch om zijn rekeningen te betalen. Of hij voor die facturen in natura borg mocht staan, vroeg de man vervolgens – hij had een kunstcollectie, met onder meer werken van schilders van de Groningse kunststroming De Ploeg. De accountant ging akkoord. 

Maar de schilderijen leverden volgens de RA veel minder op dan de klager hem met een taxatierapport in de hand had voorgespiegeld. Dus eiste de accountant januari 2014 alsnog zijn geld – een bedrag dat inmiddels was opgelopen tot 29.000 euro exclusief BTW. 

Tegelijkertijd liet de RA de man weten dat hij stopte met de opdracht, mede omdat hij steeds meer begon te twijfelen aan de ‘psychische gesteldheid’ van zijn cliënt. Vanaf dat moment heeft de man volgens de RA hem, zijn medewerkers, vrouw, dochter en buren voortdurend met mails, telefoontjes en bezoeken lastiggevallen. 

Toen de RA vervolgens een deurwaarder inschakelde, de man bleef weigeren en het op een rechtszaak uitliep, ging het volgens hem van kwaad tot erger. Zozeer dat hij zich genoodzaakt zag twee keer aangifte te doen.

Klager had duidelijk een andere lezing. Hij kwam met een lijst van maar liefst veertien klachten tegen de RA, variërend van valse aangiftes tot liegen tijdens de behandeling van de klacht bij de NBA.

Zijn belangrijkste klacht betrof de borgstelling, de katalysator van het conflict. De RA meende dat klager zich oktober 2013 borg had gesteld voor al zijn rekeningen, klager persisteerde dat het ging om slechts 17.000 euro. Bovendien zou klager zich niet als privépersoon hebben borg gesteld, maar middels een speciaal daartoe in het leven geroepen BV. Een vennootschap die de RA nota bene zelf had helpen oprichten.

Het tuchtcollege plaatste tijdens de zitting vraagtekens bij de handelwijze van de RA. Zowel van diens familie als van klager zelf had hij gehoord dat klager met psychische klachten kampte. Waarom was hij er dan vervolgens met gestrekt been ingegaan? opperde een collegelid.

De uitspraak onderstreept dit oordeel. Dat de rechtbank de RA in het gelijk heeft gesteld is voor de Accountantskamer niet maatgevend. In dit vonnis is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de bij de RA bekende psychische klachten, aldus het tuchtcollege.

Door beslag te laten leggen op het pensioen van klager en dit vol te houden tot zijn faillissement heeft de RA volgens de tuchtrechters gehandeld ‘in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’. Hij heeft zich daarmee tevens ‘in te vergaande mate laten leiden door zijn eigen belang’. Dat is weer strijdig met het fundamentele beginsel van objectiviteit. Door zo te handelen heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, aldus het oordeel.

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen