Klachten schipperszoon tegen RA en AA ongegrond

De Accountantskamer heeft de klachten van een schipperszoon tegen twee accountants die er volgens hem verantwoordelijk voor zijn dat hij bij uittreding uit de vof met zijn vader te weinig geld zou hebben gekregen, ongegrond verklaard.

Door Jan Smit

Zaaknrs 22/1688 en 22/1689

Zie ook: Schipperszoon: 'Accountants debet aan verkeerde vermogensvereffening vof'

Vader en zoon waren beiden vennoot van Rederij Walsma vof uit Spijkenisse. Plan was dat de zoon dit bedrijf op den duur zou overnemen. Maar in 2019 liet de zoon, tevens klager, weten toch van dit voornemen af te zien. “Ik ben daarvoor gewoon te weinig ondernemer,” vertelde hij in januari tijdens de zitting bij het tuchtcollege.

De vof werd vervolgens ontbonden, het vermogen verdeeld. Klager vindt dat hij daarbij is benadeeld. Er is uiteindelijk wel een schikking getroffen, maar naar eigen zeggen is hij er voor 221.000 euro bij ingeschoten.

Volgens klager was het in 2011, toen zijn vader en hij de vof oprichtten, de bedoeling dat hij bij uitreding 25 procent van het vermogen zou krijgen en zijn vader 75 procent. Zo stond dat volgens klager ook in de vof-overeenkomst.

In de jaarrekeningen is echter telkens de winstverdeling 10/90 toegepast. “Dat was de beginsituatie”, schetste Danish Siddiqui, advocaat van klager, tijdens de zitting. “Bedoeling was dat dit na verloop van tijd zou veranderen, van 90/10 naar 75/25, vervolgens naar 50/50 en dat mijn client het bedrijf uiteindelijk helemaal zou overnemen.”

Dat klager slechts tien procent heeft gekregen in plaats van de 25 procent die in de vof-overeenkomst staat komt volgens de advocaat omdat de accountants – een RA en een AA – die de jaarrekeningen 2016 tot en met 2019 samenstelden zich ‘blind hebben gestaard’ op de jaarrekeningen van voor 2016. “Ze hadden de vof-overeenkomst moeten lezen. Dat hebben ze verzaakt”, aldus de advocaat. “Dat is onzorgvuldig en niet vakbekwaam.”
 
Ook heeft de AA die die verantwoordelijk is voor de jaarrekeningen 2018 en 2019 volgens Siddiqui onvoldoende objectief geopereerd. Toen hem duidelijk werd dat er sprake was van onenigheid tussen vader en zoon is hij volgens de advocaat van klager samenstellend accountant gebleven van zowel de vof als beide vennoten. Siddiqui: “Betrokkene heeft zich vervolgens louter laten leiden door de belangen van vader.”

De accountants spreken de aantijgingen tegen. De winstverdeling 10/90 was volgens hen al sinds de jaarrekening 2011 de standaard. Dit met volledige instemming van vader en zoon. 

Schending van de objectiviteit was volgens de accountants evenmin aan de orde. De AA, verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekeningen 2018 en 2019: “Toen klager liet weten dat hij zich niet kon vinden in de voorgestelde verdeling van het eigen vermogen van de vof heb ik hem nadrukkelijk geadviseerd zelf een adviseur in de arm te nemen. Dat is ook gebeurt; klager heeft zelfs een advocaat ingeschakeld. Ik heb gewoon altijd geprobeerd zo goed mogelijk zowel de belangen van vader als die van de zoon te behartigen.”

De tuchtrechters geven de betrokken accountants gelijk. 

Zij hebben volgens het vonnis gemotiveerd betoogd dat het vooralsnog de bedoeling van vader een zoon was om een andere winstverdeling toe te passen dan 75/25. De vennootschapsovereenkomst bood hiertoe de mogelijkheid. Pas nadat hij bekend maakte uit het bedrijf te stappen heeft hij hiertegen geprotesteerd. Bovendien is de winstverdeling jaarlijks met vader en zoon besproken. Ook toen heeft hij nooit aan de bel getrokken. Dat de accountants met betrekking tot de winstdeling fouten uit eerdere jaarrekeningen zouden hebben overgenomen, is volgens de Accountantskamer niet vast komen te staan.
 

Gerelateerde artikelen