Maatregel en doorhaling voor slechte controle

Ontknoping in zaak tegen vier accountants van een verhuurder van mobiele operatiekamers.

Zaaknrs. 19/749, 19/750, 19/751, 19/752

Over deze zaak schreven wij: 'Bedrijf had geen controle door slecht werk van accountants'

Twee accountants hebben flink wat steken laten vallen in de controle van de cijfers van een miljoenenbedrijf dat mobiele operatiekamers verhuurde. De grote winsten op papier bleken in werkelijkheid verliezen te zijn.

Een accountant (hierna: accountant 1) kreeg een waarschuwing opgelegd, diens collega (accountant 2) is voor de duur van een maand doorgehaald. De tuchtzaak tegen in totaal vier accountants (voor het overzicht zijn de betrokken accountants elk met een nummer, 1 tot en met 4, aangeduid) werd aangespannen door de curator van Bussman BV uit Beuningen. Deze van oorsprong verhuurder van steigermateriaal maakte vanaf 2012 de succesvolle overstap naar de verhuur van mobiele noodlokalen. 

Bussman werd een belangrijke speler in de zorgwereld toen ze mobiele operatiekamers ging verhuren. In 2015 maakte het bedrijf 4 ton winst bij een omzet van 10 miljoen euro. Midden 2016 bleek dat het bedrijf in grote liquiditeitsproblemen zat. Een externe accountant ontdekte dat de activa vermoedelijk te hoog waren gewaardeerd en dat er een betalingsregeling bestond met de fiscus, die niet meer werd nagekomen. Hierop besloten de aandeelhouders de vaststelling van de jaarrekening in te trekken. Vervolgens trok accountant 2 de goedkeurende verklaring in. Niet lang daarna ging het bedrijf failliet. De financiële administratie was zo gebrekkig dat Bussman geen controle had over haar onderneming, stelt de curator. Waarom de goedkeuring werd ingetrokken, werd hem niet duidelijk.

Vordering
De betrokken accountant deed helemaal niet geheimzinnig over de reden van intrekking, legde ze zelf aan de tuchtrechter uit. In augustus dat jaar kreeg ze een liquiditeitsprognose te zien die zo nijpend was, dat ze besloot de verklaring in te trekken. Ze vond in die gewijzigde situatie een goedkeuring niet op zijn plek. Wat ging er dan mis bij Bussman? Accountant 1 zou bij het samenstellen van de jaarrekening 2012 medische units geactiveerd hebben die niet geactiveerd mochten worden. Bewijs hiervoor kon de klager echter onvoldoende leveren, vond de tuchtrechter. 

Anders was dat voor de rol van accountant 1 in de functie van financieel directeur van Bussman. Zij was verantwoordelijk voor het in 2015 opnemen van een debiteurenvordering van 1,4 miljoen euro in de administratie. Zo'n vordering mag pas in de administratie worden opgenomen als die bestaat. Over het project is veel overleg geweest, maar tot een ondertekende overeenkomst kwam het niet. Er was zelfs nog geen intentieverklaring op hoofdlijnen. Zonder overeenkomst mocht er dus ook geen debiteurenvordering in de administratie opgenomen worden. Bovendien is volstrekt onduidelijk waarop dit bedrag van 1,4 miljoen euro gebaseerd is.

Accountant 2 moest vaststellen of de beginsaldi klopten. Zij heeft met name vastgesteld dat posten aansluiten op gegevens die ontleend zijn aan de financiële administratie. Ook vergeleek ze de huuropbrengsten met de afschrijvingslast en stelde vast dat de opbrengsten hoger waren dan de afschrijvingen. Dit alles is onvoldoende, stelt de tuchtrechter, ook omdat ze onvoldoende en geschikte controle-informatie verkreeg over de juistheid van de door het management gehanteerde afschrijvingstermijnen. “Dit klemt te meer nu de materiële vaste activa ongeveer 80 procent van het balanstotaal uitmaken'', aldus de Accountantskamer. Het standpunt van accountant 2 dat de waardering hiervan vooral een inschatting van het management was, miskent haar rol, vooral omdat de accountant zich moet vergewissen of die informatie voldoende betrouwbaar is.

Frauderisico's
Ook viel op dat in de jaarrekening 2015 een vordering van ruim 5 ton was opgenomen. Dit was de verbouwing van de kantoorruimte in de woning van de directeur-grootaandeelhouder. Deze vordering maakte deel uit van de post 'onderhanden projecten' onder 'vlottende activa'. Er was een reëel risico op vermenging van privé-belangen met zakelijke belangen. Zeker met het oog op mogelijke frauderisico's moet dit goed gecontroleerd worden. De tuchtrechter meent dat accountant 2 onvoldoende onderzocht of de vorderingen inzetbaar waren en of ze juist in de jaarrekening waren opgenomen. Ze heeft ook hier onvoldoende controle-informatie vergaard. Daarnaast ging ze onvoldoende in op vragen van de curator. Zowel accountant 1 als 2 waren niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld.

De klachten tegen accountants 3 en 4 zijn ongegrond.

Gerelateerde artikelen