Tuchtrechter: accountant was niet de ‘architect van het echec’

Heeft de accountant van een tandheelkundig bedrijf verwijtbaar gehandeld?

Door Michiel Satink

Zaaknr. 21/1056

Over deze zaak: De accountant als ‘architect’ van kostbare mislukking tandarts

Een accountant wordt door een klager onterecht gezien als de architect van het echec binnen een maatschap, met grote gevolgen voor de betrokkenen.

Het raakte de accountant om te worden gezien als de grote boosdoener in een conflict tussen twee maten in een tandheelkundige maatschap in Gelderland, zo zei hij op de zitting in november. Hij heeft nooit getwijfeld aan zijn handelen en dat is geheel terecht, blijkt uit een uitspraak van de Accountantskamer. De tuchtrechter heeft alle klachtonderdelen ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard.

De kwestie
De twee maten werkten al jaren naar alle tevreden samen tot in januari 2019 gesproken werd over de kostenverdeling. De kosten worden gedeeld, alleen de baliemedewerker wordt betaald door de tandarts. Later is meer personeel nodig en de kosten lopen op voor de tandarts. Zij wil dat opnieuw naar specifiek die kosten gekeken wordt en de mondhygiënist, de klager in deze procedure, vindt dat prima maar wil wel dat alle kosten tegen het licht worden gehouden. 

In de maanden hiervoor is de betrokken accountant hierover benaderd door de tandarts. Zij hadden vooroverleg toen de mondhygiënist naar haar mening opeens met een nieuwe kostenverdeling werd geconfronteerd, zo was het verwijt bij de Accountantskamer. Hoe kon hij tegelijk ook de jaarrekening voor de kostenmaatschap nog blijven maken? Hier was de objectiviteit van de accountant in het geding, zo luidde de klacht.

De klaagster meent dat zij, de tandarts en de maatschap verschillende belangen hadden maar de accountant bleef voor alle drie werken. Ze liet de accountant in juli 2019 weten dat ze een andere accountant in de arm had genomen voor de verzorging van de jaarrekening en aangiftes van haar eenmanszaak. Vanaf die datum was zij met haar bedrijf dus geen klant meer van de beklaagde. De accountant bleef echter wel betrokken bij de maatschap, waaraan de klaagster dus verbonden was. De accountant bevestigde dit in een reactie op haar schrijven. ,,Betrokkene bleef de kostenverdeling voor de maatschap opstellen en dat had de instemming van klaagster. Om die reden factureerde hij de maatschap. Waar klaagster klaagt over de onduidelijke rol van betrokkene kan de Accountantskamer haar daarin niet volgen'', aldus de tuchtrechter.

Ook frustreerde de accountant volgens de klaagster de afwikkeling van de problemen waarna diverse procedures volgden. Ook voor dat verwijt ziet de Accountantskamer geen grond. De klaagster meent dat de accountant een nieuw contract niet zag zitten en een doorslaggevende stem had in het afketsen van de onderhandelingen. Dat vermoeden kon ze op de zitting niet onderbouwen. Het leek er op dat met name de accountant een geheel nieuw contract niet zag zitten en een doorslaggevende stem had bij de tandarts, schreef de klaagster. Het is niet aannemelijk gemaakt dat de beklaagde een escalerende rol speelde in het geschil. Het stond hem ook vrij binnen de grenzen van de fundamentele beginselen in de accountancy om de belangen van de tandarts te behartigen. ,,De kwalificatie dat betrokkene ‘de architect is van het echec’ is zonder grond'', oordeelt de Accountantskamer.

Gerelateerde artikelen