Waarschuwing voor accountant met pover rapport blijft overeind

Het College is het eens met de maatregel die door de Accountantskamer is opgelegd.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 21/852

Over deze zaak (20/2495) bij de Accountantskamer: 'Accountant misleidde rechtbank in kwestie van half miljoen euro'

De waarschuwing voor een accountant die een deelwaarneming in zijn rapport kwalificeerde als 'representatieve steekproef' blijft ook in beroep overeind. Verzoeken van de klager om een hogere maatregel op te leggen zijn afgewezen.

Het notariskantoor van de klager werd waargenomen en die waarnemer stuurde declaraties ter grootte van in totaal ruim 263.000 euro. Het kantoor van de klager rook onraad en betaalde niet waarna een civiele rechtszaak volgde. De rechtbank Amsterdam gaf in die zaak de waarnemer de gelegenheid om zijn declaraties van een deugdelijke onderbouwing te voorzien, zodat inzichtelijk werd welke werkzaamheden hij heeft verricht. De beklaagde accountant nam een week later de opdracht aan om over veertig van die declaraties zijn feitelijke bevindingen te rapporteren. Het doel was om te verifiëren of de gedeclareerde werkzaamheden inderdaad zijn verricht in verband met de waarneming. De rechtbank Amsterdam deed in juni 2021 uitspraak en wees de vordering van ruim 263.000 euro af. De declaraties waren volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd.

Met het gelijk aan zijn zijde besloot de klager ook de accountant te dagen. De Accountantskamer legde de accountant in juli 2021 een waarschuwing op. De klager vond een hogere maatregel echter op zijn plaats en ging in beroep. De klager meent dat de accountant de opdracht helemaal niet had mogen aanvaarden. “De opdracht en het onderzoeksobject – veertig declaraties – waren in de gegeven omstandigheden veel te beperkt en daardoor niet geschikt'', aldus de klager. 

Ook meent hij dat de accountant om 'assurance' is gevraagd, iets dat niet kan in een Standaard 4400N-opdracht. Ook zou bij de omzet van de waarnemer sprake zijn van verboden vermenging van inkomsten. De accountant was volgens de klager hiervan op de hoogte en wist daarom dat de informatie voor zijn rapport misleidend was.

De accountant is niet gevraagd om 'assurance', oordeelt het College. In zijn opdrachtbevestiging is opgenomen dat ,,geen uitspraak zal worden gedaan over wat de feitelijke bevindingen betekenen voor de veertigtal declaraties in zijn totaliteit.'' 

De accountant maakte de fout dat hij in zijn opdracht niet in overleg ging met de gebruikers van dit rapport. Wel met zijn opdrachtgever maar dus niet met de klager. En dat had hij bij een dergelijk rapport wel moeten doen, oordeelde eerder de Accountantskamer al. Dat maakt echter niet dat hij de opdracht helemaal niet had mogen aanvaarden, aldus het College. Dat de waarnemer mogelijk nog andere inkomsten had genoten uit zijn waarneming van dit kantoor buiten die veertig declaraties hoefde de accountant niet te onderzoeken, omdat dit niet tot zijn opdracht behoorde. Dit viel ook buiten de gelegenheid die de rechtbank aan de waarnemer gaf om zijn declaraties te onderbouwen.

De Accountantskamer oordeelde dat de accountant in zijn rapport sprak over een 'statistische steekproef' terwijl het een deelwaarneming was. Ook gaf hij onvoldoende uitleg van het begrip 'niet-verifieerbare uren'. Dit alles maakte niet dat hier sprake is van ,,materieel onjuiste, onvolledige of misleidende informatie'', oordeelt het College. 

Ook had de accountant, anders dan de klager meent, geen melding hoeven doen van ongebruikelijke transacties bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU). Het College benadrukt in haar uitspraak dat het hier niet gaat om een tuchtzaak tegen de waarnemend notaris, maar tegen de accountant. Het College is het eens met de maatregel van waarschuwing zoals door de Accountantskamer is opgelegd.
 

Gerelateerde artikelen