‘UBO-informatie mag niet openbaar zijn’

De informatie over uiteindelijk belanghebbenden (ultimate beneficial owners, UBO’s) die in het Handelsregister wordt geregistreerd, mag niet openbaar zijn. Dit stelt de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in de reactie op het concept wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden.

De KNB kan zich niet vinden in de keuze van de wetgever om zes gegevens van de UBO toegankelijk te maken voor iedereen. De beroepsorganisatie vindt dat het belang van bescherming van de persoonsgegevens van de natuurlijke personen die kwalificeren als UBO voorgaat. De KNB roept de wetgever op zijn keuze te heroverwegen en de UBO-informatie slechts toegankelijk te maken voor de in artikel 30 lid 5 van Europese richtlijn 2015/849 vermelde categorieën.

Terugmeldingsplicht

De KNB heeft ook bezwaar tegen de invoering van een terugmeldingsplicht voor instellingen als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze instellingen, waaronder notarissen, kunnen niet met zekerheid vaststellen wie wel en wie niet de UBO van een onderneming of rechtspersoon is. Alleen ondernemingen en rechtspersonen zelf kunnen informatie over hun UBO’s verstrekken en verantwoordelijk worden gehouden voor de actualiteit, juistheid en volledigheid hiervan in het Handelsregister. De terugmeldingsplicht staat bovendien op gespannen voet met de geheimhoudingsplicht van de notaris.

CAHR

De KNB vindt dat bij de voorkoming en bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering, fiscale misdrijven en fraude niet kan worden volstaan met de registratie van UBO’s. De KNB wijst in haar reactie op de aanvullende rol van een centraal aandeelhoudersregister (CAHR). Uit het recente initiatiefwetsvoorstel CAHR blijkt de complementaire rol van het CAHR. De beroepsorganisatie vindt het belangrijk dat het CAHR er komt.

Gerelateerde artikelen