Tweede tuchtklacht tegen accountant ‘staat gelijk aan stalking’
Het conflict ontstond nadat de vrouw in scheiding lag met haar man. De beklaagde was de accountant van de tandartspraktijk waar beide echtelieden werkten. Vrij abrupt kreeg zij te horen dat ze maar een andere accountant moest zoeken en stond de beklaagde alleen nog maar haar ex bij. Op verzoek van hem stelde de beklaagde een brief op waarin hij concludeerde dat het 'niet mogelijk' en 'onverstandig' zou zijn over 2015 een dividenduitkering te doen. Die dividenduitkering van de praktijk kon van invloed zijn op de hoogte van de alimentatie. De accountant werd berispt omdat hij alleen uitging van informatie van de man. De brief werd bovendien in een gerechtelijke (echtscheidings-) procedure gebruikt. In de eerdere klachtprocedure gaf de vrouw aan dat ze over het feit dat hij de samenwerking met haar abrupt beëindigde, mogelijk later nog zou klagen. Dat deed ze vrijdag alsnog. Hij had haar eerder moeten wijzen op de mogelijkheid een accountant in de arm te nemen. Ook had hij haar eerder moeten informeren dat hij partijdig was.
Ook meende ze dat de accountant middels een gekunstelde constructie wilde doen geloven dat hij zich niet had beziggehouden met de jaarrekening 2015. Die constructie “was opgezet met geen ander doel dan om zijn werkzaamheden waarvoor hij is berispt, voort te kunnen zetten”, zei klaagster. Hij schakelde zelf een bevriend accountant in die de jaarrekening precies zo opstelde zoals de beklaagde ook altijd deed. Bovendien stond de handtekening van die accountant op briefpapier van het kantoor van beklaagde. In die jaarrekening was onder meer het stopzetten van de pensioenopbouw opgenomen. “Hij weet echter dat het CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven, MS) deze stopzettingsovereenkomst niet als een daadwerkelijke stopzettingsovereenkomst beschouwt.'' Ze noemde het kwalijk dat de accountant met dit rookgordijn 'verstoppertje speelt'.
De raadsman van de beklaagde wees de tuchtrechter op de regel van 'concentratie van klachten'. “Als er een tuchtrechtelijke eindbeslissing is genomen mag niet een nieuwe klacht ingediend worden die ten tijde van de vorige klacht al bekend was.'' Het feit dat de relatie abrupt werd beëindigd, was bij klager in de vorige procedure al bekend. Ze had er dus toen al over moeten klagen. “Voorkomen moet worden dat klachten achtergehouden worden om daarna de accountant te stalken met nieuwe procedures. En dat is precies wat hier gebeurt.'' De klacht over de beëindiging van de pensioenopbouw is in de eerdere procedure besproken. Ook een verwijt was dat de accountant een zwangerschapsuitkering van de vrouw als belastbaar inkomen had opgegeven. Als de accountant hier al verkeerd zat, kan hem slechts worden verweten dat hij een “veel in de markt gemaakte inschattingsfout maakte''.
Waarom wilde de klager ook een oordeel over het 'abrupt beëindigen' van de werkrelatie door de accountant, vroeg een van de leden van de Accountantskamer.”Ik ben financieel enorm gedupeerd en heb nooit excuses gehad'', reageerde de klager. “Deze man moet een halt toegeroepen worden.'' De beklaagde accountant viel het zwaar dat hij andermaal in Zwolle moest verschijnen. “Het gevoel dat je gestalkt wordt maakt bijna wanhopig.'' Hij zei trots te zijn op zijn beroep en zijn kantoor.
Vonnis over vijftien weken.
(Zaaknr. 17/1052)
Lees ook:
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle ]