Tweede Kamer debat accountancy: ‘Het moet nu wel gaan gebeuren’
Op de agenda van het debat stonden onder meer de rapporten van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA), de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) en de kabinetsreactie naar aanleiding van deze rapporten. Ook de recente evaluatie van de Accountantskamer en het besluit van minister Hoekstra tot het aanstellen van twee kwartiermakers kwam aan de orde.
De bijeenkomst begon met een kritische noot van kamerlid Alkaya (SP). Volgens het kamerlid is er sprake van een onacceptabel brede prestatiekloof. “Het gaat niet om incidenten, maar om een structureel probleem. De CTA, MCA en AFM komen tot een vergelijkbaar oordeel, maar de minister wil niks doen aan de structuur van de sector.”
Kamerlid Van der Linde (VVD) stelde dat zelfregulering niet gebracht heeft wat men had gehoopt. Het rapport van de CTA vormt nu de basis voor het toekomstige beleid. Hij uitte ook zijn zorgen over het te grote takenpakket van accountants, waar nu ook fraude onderdeel van uitmaakt. Deze taak, die strikt genomen niet bij het vak hoort, zorgt wel voor een groot deel van de vertrouwenskloof.
“De accountant is geen fraude-onderzoeker, maar je mag best verwachten dat de accountant weet wat er speelt”, reageerde kamerlid Nijboer (PVDA) later.
Joost Sneller (D66) stelde zich zorgen te maken over de marktwerking. “40 procent van de oob-organisaties heeft moeite een accountant te vinden. Niet het teken van goede marktwerking.” De oob-licentie noemde hij ‘binair’. Of een kantoor mag oob-organisaties controleren of niet. Is er geen tussenvorm?
Eppo Bruins (ChristenUnie) pleitte vooral voor leiderschap in plaats van meer regelgeving. De accountant moet zelf na blijven denken en niet alleen maar de juiste vinkjes zetten. Alleen maar meer regels draait het mkb voor op. “Ik maak me zorgen over de cultuur. Maar kan de minister daar wel iets aan doen?”
En: “Hoe zorgen we dat de nieuwe maatregelen en regels niet leiden voor een extra last voor de eerzame mkb-accountants en de samenstelpraktijk?”
Kamerlid Smeulders (Groenlinks) citeerde de kwartiermakers die onlangs in het FD stelde dat de urgentie na al die jaren nog steeds ontbreekt in de accountancy. “Realistisch gezien is er geen eindpunt waar we naar toe gaan. Druk van buitenaf zal nodig blijven om de sector bij de les te houden. Is de AFM daar goed voor geëquipeerd?"
Tot slot wilde werden beloningen ter sprake gebracht. “Men wil het er niet over hebben, maar dat moet wel”, stelde Nijboer. “De accountant dient het maatschappelijk belang. We willen ook niet dat een ziekenhuisbestuurder met een miljoen naar huis gaat.”
Geen simpele oplossingen
In zijn reactie stelde minister Hoekstra van Financiën dat er stappen gezet zijn, maar dat we er nog niet zijn. Het is een complex probleem en het is niet zo dat als we één ding doen we van het gedonder af zijn.
In reactie op Bruins: “Hoe nu verder met cultuur en leiderschap? We hebben gesprekken met de top. Hier ligt nadrukkelijk een rol voor de kwartiermakers. Ook is het goed te kijken naar de leiders van de toekomst. De young profs zitten duidelijk anders in de wedstrijd dan de groep van tien jaar geleden.” Zonder meer regels gaan we er niet komen, stelde de minister daarnaast. “Op één been kom je er niet. Het is én én.”
Hoe moet het met oob-organisaties die geen accountant kunnen vinden? Volgens Hoekstra is dit zeer onwenselijk, maar ook een zeldzaam probleem. Echter, leest hij ook de berichten over organisaties met dit probleem en belooft hij het verder te gaan onderzoeken. De beloningsdiscussie wil de minister inderdaad niet aangaan. “De accountantskantoren zijn private ondernemingen.” Daarnaast heeft hij al heel veel opvattingen. “De salarisdiscussie is daarbij niet dienstig”, aldus Hoekstra.
In reactie op Alkaya over een structuurverandering: “Moeten we niet naar audit only? Dat is geen taboe voor mij of het kabinet. Maar dat is een hele forse ingreep. Gaat dat brengen wat we hopen? De Commissie Toekomst Accountancysector zegt: ‘het is niet zeker dat dat het gewenste resultaat oplevert’. We kiezen er nu voor om een hele boel dingen te implementeren die de commissies voorstellen en te experimenteren met andere dingen. Er zit nog wat in het vat voor als dit niet brengt wat we hopen. Er ligt nu een stevig, maar afgewogen pakket klaar.”
Sinds het rapport ‘In het publiek belang’ uit 2014 is er veel veranderd. De kantoren hebben verbeteringen teweeg gebracht in cultuur en kwaliteit. Maar er is meer nodig. En er ligt nu een serieus pakket klaar. Ingrijpen in de structuur gaat voor nu te ver, zei minister Hoekstra. “Maar er is wel een grens en dat zeg ik ook tegen de sector. Het moet nu wel gaan gebeuren.”
Er werd in de discussie overigens wel onderscheid gemaakt tussen de controlepraktijk en het mkb. Vooral over die laatste groep werden de nodige compliment gemaakt.
Van der Linde: “Er ligt nu een pakket aanbevelingen die recht doen aan de duizenden mensen in de sector die keihard werken. Dat mag ook wel eens gezegd worden.
Kamerlid Slootweg (CDA): “Het is niet alleen maar kommer en kwel. Dat met de NOW heeft de sector heel goed gedaan.”
Bekijk hier het hele Tweede Kamer-debat.