Berisping en waarschuwingen wegens ‘onnodig op de persoon spelen’

De Accountantskamer heeft een AA en twee van zijn kantoorgenoten – een RA en een AA - respectievelijk berispt en gewaarschuwd omdat zij een andere RA in zijn eer en goede naam hebben aantast. Daarmee handelden de accountants volgens de tuchtrechters in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.

Door Jan Smit

Wij scheven eerder over deze zaak: Tuchtcollege buigt zich over tragedie rondom ontbinding maatschap

De berispte AA voerde samen met zijn vrouw, een Register Belastingadviseur (RB), een  accountants- en belastingadvieskantoor in een plaats ergens op de Utrechtse heuvelrug. Ze vormden samen een maatschap. In 2017 trad de RA toe tot deze maatschap. De maten spraken af dat de RA het kantoor in 2022 zou overnemen. 

Begin 2019 werd bij de vrouw een ernstige ziekte geconstateerd. Dat zette de omzet van het accountantskantoor stevig onder druk, temeer omdat de AA veel tijd kwijt was aan de zorg voor zijn vrouw en hij ook nog eens kampte met hartklachten.

De RA slaagde er in zijn eentje niet in om dit omzetverlies weg te werken. Tussen de drie maten verslechterde de relatie zienderogen. Druppel was het besluit van de AA en RB om in oktober 2019 samen een paar weken op vakantie te gaan. Diezelfde periode had ook de RA zijn vakantie gepland.

Voor de RA was de maat daarmee vol. Hij stelde de AA en de RB voor de maatschap voortijdig te ontbinden. In december volgde daarover een gesprek. Volgens de RA bereikten de drie daarin overeenstemming. De maatschap zou op 1 juli 2020 worden ontbonden; de RA zou alleen verder gaan. Hij zou de AA en de RB hiervoor 300.000 euro goodwill betalen. 

De afspraken werden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). Maar daarin konden de AA en de RB zich niet vinden. Zij schakelden advocaat Tessa Maters in. Die maakte een nieuwe VSO met daarbij een consideratie. 

De inhoud van die consideratie stuitte de RA zeer tegen de borst. “Die was zeer grievend en zeer ongebruikelijk”, aldus de RA in april tijdens de zitting. De registeraccountant besloot daarop zich ziek te melden. Maar volgens de AA en de RB simuleerde de RA. 

De AA knoopte vervolgens banden aan met de gewaarschuwde AA en RA.

Oktober vorig jaar lichtte de AA zijn klanten daar schriftelijk over in. In dit schrijven meldde hij ook dat de samenwerking met de RA was beëindigd, deze arbeidsongeschikt was en de AA en RB daarover met hem in conflict lagen. 

De RA was daarover zeer ontstemd. Het was voor hem de reden om een klacht in te dienen tegen de AA’s en de RA. “Zeer belastend, onprofessioneel en onethisch”, noemde de klagende RA deze handelwijze zichtbaar geëmotioneerd. “Een ernstige aantasting van mijn privacy. Dit kan van grote invloed zijn op de rest van mij carrière.” Ook de suggestie dat hij zou simuleren, raakte hem. “Ik heb hen nota bene een verklaring van mijn arbeidsongeschikheidsverzekeraar laten zien. En toch houden ze voet bij stuk.”

Dat laatste klopt, beaamde Maters. “Maar dat komt omdat hij zelf overal heeft lopen roepen dat hij helemaal niet ziek is, maar zijn ziektemelding gebruikt om mijn cliënten onder druk te zetten. Bovendien eisen mijn cliënten een verklaring van een arts. Die kregen ze pas te zien in oktober, een half jaar na de ziektemelding, tijdens de behandeling van de civiele procedure.”

Dat de AA in oktober in de brief de RA met naam en toenaam heeft genoemd en daarbij kond heeft gedaan van de arbeidsongeschiktheid en het conflict was volgens Maters onontkoombaar. “Er is altijd gecommuniceerd dat de RA mijn client zou opvolgen. Dan ben je je klanten ook een verklaring schuldig wanneer dat vervolgens niet doorgaat. Hij heeft zelf van zijn ziekte bovendien nooit een geheim gemaakt. Maar als mijn client er dan in een brief over communiceert, is de wereld ineens te klein.”

De tuchtrechters gaan daar niet in mee. Zij noemen de suggesties in de brief dat klager niet daadwerkelijk ziek is, hij vóór zijn ziekmelding al gedreigd heeft met de mogelijkheid om zich ziek te melden en dat dreigement daadwerkelijk heeft uitgevoerd ‘overbodig, subjectief, beschadigend en grievend’ voor klager. Dit temeer daar aan betrokkene al bekend was dat de door de RA ingeschakelde verzekeraar voor 80 tot 100 procent arbeidsongeschikt achtte.

Volgens de uitspraak heeft de nu berispte AA ‘louter zijn eigen belang voorop  gesteld’ en is hij ‘voorbij gegaan aan het belang van klager om niet in zijn eer en goede naam te worden aangetast’. Dit is in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. 

De na het vertrek van de RA bij het kantoor in dienst getreden AA en RA gaan volgens de tuchtrechters evenmin vrijuit. Zij hebben de brief gelezen voordat deze is verstuurd. Verder zijn zij er nogmaals op gewezen dat de brief ook daadwerkelijk was verstuurd toen klager hen in november per brief om een rectificatie vroeg.

Volgens het vonnis hadden de accountants voor het verzenden van de brief moeten aandringen op ‘het verwijderen van de grievende informatie ten aanzien van klager’ en ‘het weergeven van de informatie over de beëindigde samenwerking in meer neutrale bewoordingen’. Als dat geen effect zou hebben gehad, hadden zij zich richting de geadresseerden van die informatie moeten distantiëren.

Gerelateerde artikelen