‘Onderzoek naar malversaties Accon AVM is eenzijdig’
Zaaknr. 22/337
Door Michiel Satink
Aanleiding voor deze zaak: Accon avm schorst CEO wegens malversaties
Het onderzoek naar mogelijke malversaties in de cijfers van accountantskantoor Accon AVM was ,,een eenzijdige zoektocht naar zaken die mij verweten konden worden'', zei voormalig CEO Guus Delger maandag in de Accountantskamer.
Hij verweet de forensisch accountant dat hij zich voor het karretje van het bestuur van Accon heeft laten spannen. Een vergelijkbaar verwijt kreeg diezelfde accountant ook al toen hij in februari 2021 een schorsing van drie maanden kreeg opgelegd door de Accountantskamer in het onderzoek van Vattenfall naar aanleiding van meldingen van klokkenluiders. De accountant is tegen dat besluit in beroep gegaan.
Delger werd eind 2021 bij Accon de laan uitgestuurd nadat er miljoenen euro's afgeboekt moesten worden. Accon meldde dat de cijfers gemanipuleerd waren waarna de forensisch accountant gevraagd werd onderzoek te doen. Die stuitte naar eigen zeggen op een zwijgzame Delger. Het was geen persoonsgericht onderzoek maar antwoorden op vragen kreeg hij niet van de voormalig CEO. “Niet via Whatsapp, telefoon, voicemail, mail of aangetekende brief'', somde de accountant op. Delger zelf meldde op de zitting dat hij zich in augustus ziek gemeld had. Het was niet dat hij niet met de forensisch accountant wilde praten, hij was er gewoonweg niet toe in staat. Het onderzoeksrapport was volgens hem de aanleiding voor het bestuur afscheid van hem te nemen.
De verwijten
Delger diende twaalf klachtonderdelen in. Hij schetste de wankele situatie van Accon, een rechtstreeks gevolg van mislukte overnames en een OOB-strategie die niet werkte. “Er was 100 miljoen euro aan omzet verloren gegaan door die overnames. Dat was een olievlek waarin niet geroerd mocht worden. Erna moest een zondebok gevonden worden.'' Dat moest Delger worden, zo redeneerde de klager zelf. “Waarom is er niet met directieleden of met de voormalige CEO gesproken? Nee, dan werd er in de vlek geroerd. Dit is een schijnonderzoek.''
De onderzoeker verschafte zich, zonder zijn toestemming, toegang tot zijn mailbox, zei hij. Heeft hij toen niet toevallig inzage gehad in correspondentie tussen hem en zijn advocaat? Ook benadrukte hij dat een van de klokkenluiders eerder binnen Accon valsheid in geschrifte had gepleegd en dat hij die persoon op de vingers had getikt. “Hier was sprake van rancune.'' En waarom is de correspondentie tussen hem en die klokkenluider niet onderzocht? “Die valsheid zou geen relevantie hebben voor het onderzoek? Die melder heeft die cijfers notabene zelf opgesteld. Een klokkenluider die overduidelijk onbetrouwbaar is, dat is wel degelijk relevant. Dit onderzoek heeft geen diepgang en geen deugdelijke grondslag'', meende Delger.
En dan was er nog het opvallende verschil tussen verslaglegging richting de ING bank en richting de Raad van Commissarissen. Een verschil dat ontstond door de post 'onderhanden werk'. De cijfers richting de bank zagen er beduidend beter uit, maar dat was omdat op dat moment die 'onderhandenwerkpositie' wel bekend was. Vlak ervoor, toen de cijfers richting RvC gingen, was dat nog niet het geval en was er een zeer conservatieve schatting gedaan, zei Delger.
Verantwoordelijkheid
Er zat een verschil tussen de dertien en vijftien miljoen euro tussen de aan de bank en aan de RvC gepresenteerde cijfers, zei advocaat Dick Alblas namens de beklaagde forensisch accountant. “Wij zitten hier niet omdat de betrokkene een beroepsfout heeft gemaakt maar omdat de klager geen verantwoording neemt voor zijn fouten'', zei hij. Het doel van de klager is volgens de raadsman om de onderzoeker te beschadigen. “Ieder andere goede onderzoeker zou tot dezelfde bevindingen zijn gekomen. Die halfjaarcijfers zijn verre van overeenkomstig met de waarheid en Delger had daar betrokkenheid bij.'' Het ging de onderzoeker niet om het aanwijzen van een schuldige en hij heeft ook nergens gesteld dat alleen de CEO verantwoordelijk was voor die cijfers. “Er staat geen oordeel in het rapport. Het was aan de Raad van Commissarissen om dat oordeel te vellen.''
De onderzoeker vond bevestiging in wat de klokkenluiders aandroegen. Ook noemde de klager niet bij de ING de totale belastingschuld van 22,5 miljoen euro – inclusief het uitstel dat in het kader van corona door de fiscus was verleend – maar slechts 11,1 miljoen euro. “En dat schreeuwt om uitleg'', zei Alblas. Wat het mailboxonderzoek betreft: de onderzoeker had slechts inzicht in een klein deel van de correspondentie op basis van vooraf vastgestelde zoekvragen. Hij hield zich daarbij aan alle voorschriften, aldus de advocaat. Dat de klager niet aan het onderzoek meewerkte was een bewuste keuze omdat hij meende dat de beklaagde niet onafhankelijk was, aldus Alblas.
“Er was een gat van tussen de tien en dertien miljoen euro aan onderhandenwerk. Er zaten 70.000 dode uren in de subadministratie. Wie verantwoordelijk is, weet ik niet, maar het verhaal van Delger over dit bedrag raakte kant noch wal'', reageerde beklaagde op vragen. De forensisch accountant zei er alles aan gedaan te hebben om antwoorden te krijgen van Delger. “Het eerste dat ik pas van hem te horen kreeg, was deze tuchtklacht.''
Binnen vijftien weken volgt de uitspraak van de Accountantskamer.