Vraagtekens bij rol accountant in aanloop naar dubieus faillissement transportbedrijf
Door Michiel Satink
Zaaknr. 23/516
Het ruim honderd jaar oude transportbedrijf Kool werd in juni 2022 overgenomen door FST Group. Al vrij snel na die overname begonnen de problemen, stelde de klager die voorheen als boekhouder bij het transportbedrijf werkte. Hij merkte dat al kort na de overname 498.000 euro van de Raborekening van Kool werd overgeboekt naar FST. De reden was dat FST geen grip kreeg over de financiële administratie van Kool door vele automatische incasso's, ontbrekende inkoopfacturen en onverwachte kosten. Met de overschrijving van krap een half miljoen euro werd de rekening van het transportbewijs bewust zo laag mogelijk gehouden zodat automatische incasso's niet afgeschreven werden.
De klager wilde van de accountant weten of hij hierover vragen heeft gesteld aan de eigenaar van FST, Gert Bras. “Had het niet meer in de lijn der verwachtingen gelegen de heer Bras te vragen die opgenomen 498.000 euro op de Raborekening van Kool Transport BV terug te storten? Dan waren er ook geen problemen met de automatische incasso's geweest en konden inkoopfacturen betaald blijven worden.''
Volgens de klager gaf de AA de eigenaar echter 'carte blanche' door verder geen enkel toezicht uit te voeren. En er was meer in de administratie terug te vinden dat volgens de klager vragen had moeten oproepen bij de accountant. De eigenaar kende zichzelf een 'management fee' toe van 22.900 euro per maand en stuurde het transportbedrijf doodleuk een nota voor 'overnamekosten' ter grootte van 162.500 euro. Ook was eind oktober, krap vier maanden na de overname, de rekening-courant opgelopen tot 1,8 miljoen euro. Deel hiervan was zeven ton die inmiddels van de rekening van het transportbedrijf naar FST werd overgeboekt.
Het onderzoek van de accountant na de melding van misstanden door de klager was 'mager', zo stelde de klager zelf. “Het lijkt er meer op dat hij even snel, om aan de dossierverplichting te voldoen na mijn melding, een A4'tje NOCLAR invult.''
Gemachtigde Rogier Kersten benadrukte dat zijn cliënt heeft voldaan aan zijn verplichtingen. Hij meende dat de klager niet-ontvankelijk verklaard moet worden omdat de klacht onduidelijk en niet onderbouwd is. Ook is hier sprake van misbruik van klachtrecht, zei hij. “Uit niets blijkt dat hij de betrokkene wil aanspreken. Nee, dat is ABAB. Hij meent via het tuchtrecht een civielrechtelijke claim te kunnen onderbouwen. En daar is het tuchtrecht niet voor bedoeld.''
De accountant werd ook verweten dat hij geen antecedentenonderzoek naar de koper heeft verricht en dat hij dubieuze financiering toestond. Maar de beklaagde was helemaal niet betrokken bij de onderhandelingen, de financiering of de koop. Ook ondernam hij wel degelijk actie na het signaal van de klager. “Hij deed wat hij in het kader van de NV NOCLAR moest ondernemen'', aldus de raadsman. Vanaf begin november 2022 had ABAB al geen opdracht meer voor het verwerken van de administratie. De factuur voor overnamekosten is van medio november en die is dus nooit gezien door het accountantskantoor, aldus de raadsman.
De Accountantskamer wilde van de accountant weten of hij het niet vreemd vond dat binnen anderhalve maand bijna een half miljoen euro van de rekening van het transportbedrijf verdween. Het leidde immers tot een veel te lage liquiditeit. “Ze hadden het verhaal dat ze grip wilden houden op de administratie'', reageerde de beklaagde. Hij zag geen aanwijzingen dat dit anders zat. De accountant zei erg geschrokken te zijn van de klacht. “Het gaat hier om de ondergang van een bedrijf waardoor talloze hardwerkende chauffeurs hun banen verloren.''
Het faillissement van het bedrijf is nog in onderzoek. De tuchtrechter doet naar verwachting over een week of twaalf uitspraak.