Accountantsrapport leidt tot claim van zeven miljoen
Zaaknr. 19/1398
Daar zijn sterke aanwijzingen voor, schreef de accountant in zijn rapport. Met als gevolg dat de eigenaar van dat bedrijf een miljoenenclaim aan zijn broek kreeg.
Over een ding waren beide partijen het vrijdag in de tuchtzaak eens: dat de accountant van kantoor Baker Tilly hoor- en wederhoor had moeten toepassen. Waar de klagers vooral een accountant zien die de oren liet hangen naar de wensen van de opdrachtgever, wilde de beklaagde juist discussiëren over die wel erg opvallende herstructurering.
Eerst de achtergrond van deze klacht. Want daarvoor moeten we een stap terug in de tijd maken, tot augustus 2012. De provincie Gelderland sluit dan vier vervoersovereenkomsten met het dan geheten Willemsen-de Koning BV. Maar het vervoersbedrijf en de provincie komen in conflict over de verplichtingen uit die overeenkomst.
Het loopt mis, met als gevolg een reeks van juridische procedures. In een ervan eist de provincie met succes voorschotten ter grootte van 3,4 miljoen euro terug. Alleen wordt die vordering nooit voldaan. Het bedrijf wordt geherstructureerd en gaat inmiddels onder een andere naam verder. De provincie ruikt onraad en vraagt de beklaagde accountant te onderzoeken of ze met die herstructurering benadeeld wordt in haar mogelijkheid de miljoenen terug te krijgen. De accountant ziet 'sterke aanwijzingen' dat dit het geval is.
De klacht
Voor de vergaande conclusies in het rapport ontbreekt een deugdelijke grondslag, stelt advocaat Noor Zetteler namens de klager. Dit is 'een schoolvoorbeeld van duidelijk paulianeus handelen', zo omschrijft ze een conclusie uit het rapport. Ofwel: hier wordt bewust een schuldeiser benadeeld.
De klager zou er alles aan doen om onder de verplichtingen aan de provincie uit te komen. Met de herstructurering bracht de klager heimelijk alle winstgevende onderdelen in een nieuwe vennootschap onder. “Maar hoe hij tot die conclusie komt, stelt hij nergens'', aldus de raadsvrouw. “De conclusie hier kan alleen maar zijn dat hij een mededeling van de provincie heeft overgenomen.''
Want de klager besprak de herstructurering vooraf openlijk met de provincie. “Er is dus niets heimelijks aan.'' Belangrijker voor klager is dat er geen hoor- en wederhoor is geweest. Dat terwijl de accountant wist dat het rapport gebruikt zou worden om een inmiddels opgelopen claim van zeven miljoen euro bij de klager in privé neer te leggen. Pas later stelt de accountant dat het wel toepassen van hoor- en wederhoor 'mogelijk tot andere conclusies had geleid'. Maar de accountant was niet geïnteresseerd in een andere kant van het verhaal. Bovendien: hoe kan de accountant oordelen dat het de intentie van klager was om de provincie te schaden, zonder daar ook maar een vraag over te stellen? “Dit is het schoolvoorbeeld van een accountant die de oren laat hangen naar de eisen van de opdrachtgever.''
Verweer
“Er wordt door de klager om de feiten heen gedanst'', reageerde advocaat Jan Garvelink. De vraag is niet of die herstructurering noodzakelijk was om een faillissement af te wenden, maar of voor de overgedragen activa wel een marktconforme prijs betaald is. Zo klopt die waardering niet. Er is alleen gekeken naar aflopende contracten. Maar de overgenomen vennootschappen hadden 'going concern' gewaardeerd moeten worden. “En dat leidt tot een substantieel hogere verkoopprijs.'' De provincie is zo als schuldeiser benadeeld. Het is ook vreemd om alleen de lopende opdrachten en geen nieuwe te waarderen. “Dan verhul je effectief een stuk van de waarde'', aldus de advocaat.
Veel van de vragen van de Accountantskamer gingen over het achterwege blijven van hoor- en wederhoor. De accountant koos er uit eigen beweging voor niets na te vragen. “In eerdere procedures in dit geschil zijn telkens over en weer rapporten in het geding gebracht. Dat is steeds zo gedaan'', reageerde hij. Hij bestreed dat hij de oren liet hangen naar de wensen van de provincie. “Er is geen druk uitgeoefend op mij. En ze hadden ook niet de kennis mij een bepaalde richting op te wijzen.''
Ook werd gevraagd of de accountant nog altijd achter zijn vermoedens van pauliana staat. Garvelink erkende dat de accountant in een dergelijk rapport terughoudender moet zijn. “Wij hebben ook gepoogd de rechter duidelijk te maken dat het hier onvoldoende terughoudend was.'' Dat ging onder meer over de passage in het rapport dat er 'sterke aanwijzingen bestaan' dat de herstructurering gericht was op benadeling van de provincie.
De uitspraak: Doorhaling voor nalaten hoor en wederhoor