Tuchtzaak na aansprakelijkheidsstelling van 10 miljoen euro
Dat hij nog op tijd was om dit rapport uit 2012 bij de tuchtrechter voor te leggen, was overigens zijn eigen conclusie. De raadsvrouw van beide gedaagde accountants meent dat de bestuurder bij uitbrengen van het rapport ervan al op de hoogte was. En dat zijn klacht van vorig jaar dus te laat binnenkwam. Het faillissement van miljoenenbedrijf Aquaserva in januari 2015 bracht een hele reeks procedures voort. Telkens komt daarin het rapport van de twee accountants bovendrijven. “De basis van dit rapport deugt niet.'' De klager meende dat een andere bestuurder van het bedrijf het liet opstellen maar dat hij, ook een bestuurder, erin niet gekend is. Het rapport wekt de suggestie van zekerheid terwijl de stelling van de accountants is dat gewerkt is volgens een 4400-opdracht. De accountants stellen alleen bevindingen opgeschreven te hebben. “Het zijn conclusies'', aldus de klager. Zo werd een omvangrijke opdracht van het COA als eenmalig genoemd. “Dat was helemaal niet zo. Het was een truc van de bestuurder die dit rapport wilde.'' Tot ver in 2014 werkte Aquaserva voor het COA, goed voor een gemiddelde jaaromzet van 1 miljoen euro en geheel in lijn met het ondernemingsplan. Hoezo eenmalig, wilde hij maar zeggen.
De accountants stelden dat het rapport niet verspreid mocht worden. Toch dook het telkens weer op in gerechtelijke procedures. Daarover kon de raadsvrouw snel duidelijkheid geven. “Het rapport is ingebracht in een procedure tegen klagers en beide verweerders waren daarmee na zorgvuldige afweging akkoord.'' Ze meenden dat het rapport zelfstandig leesbaar is en de objectieve waarheidsvinding niet zal belemmeren. Het is een keurig 4400-rapport, zei de raadsvrouw. Als er al conclusies in werden getrokken, dan waren dat geoorloofde deelconclusies. Dat het COA-project gereed was, haalden de accountants uit voortgangsrapportages. “Het waren de eigen spreadsheets van klagers waarin opgenomen was dat de projecten gereed waren.'' Dat de verweerders 'maar een beetje opschreven wat de opdrachtgever wilde', daarvan is volgens de verdediging geen sprake. ,,Het is duidelijk dat er uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden.''
Vonnis over circa 15 weken.
(Zaaknrs. 16/2273 , 16/2274)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]