Klagers dagen gewaarschuwde AA opnieuw voor tuchtrechter

Een AA die eind 2021 een waarschuwing kreeg van de Accountantskamer moest zich daar maandag opnieuw bij de tuchtrechters verantwoorden. Volgens klagers, dezelfden als die van destijds, heeft de accountant de uitspraak niet nageleefd en zijn er nieuwe fouten aan het licht gekomen.

Door Jan Smit

Zaaknr. 23/760

De zaak draait om een echtscheiding. De man stond met een bakkerskraam op de markt. Die zat in een BV. Deze viel onder een holding waarvan de man eveneens eigenaar was. De vrouw, tevens een van de klagers, samen met haar vader, deed de administratie van de BV. Zij was bij de onderneming in dienst en stond op de loonlijst.

Begin 2018 beëindigden de man en de vrouw hun relatie. Zij hadden vier kinderen en een samenlevingsovereenkomst. 

Over de hoogte van de kinderalimentatie ontstond onenigheid. Dat resulteerde begin maart 2021 onder meer in een rechtszaak, gevolgd door een hoger beroep. 

Voorafgaand aan de rechtszaak vroeg de man de AA, zijn accountant, zijn vermogenspositie plus de schulden in de BV en de holding op basis van de jaarcijfers 2018 en 2019 en de conceptcijfers 2020 in kaart te brengen. Op die manier wilde de man inzicht krijgen in zijn privé-vermogen. De accountant aanvaardde die opdracht en stelde verscheidene documenten op.

De man bracht de documenten in bij de civiele zaak. De vrouw, die deze informatie vooraf kreeg toegemaild, zocht daarop samen met haar vader contact met de AA. Ze wilden weten of de accountant de stukken daadwerkelijk had opgesteld. De documenten bevatten volgens hun veel fouten. Die hadden onder meer betrekking op de financiële positie van de BV, de maandlonen van de vrouw en de man, de aanschaf van een youngtimer en een stamrechtverplichting. Ook strookten sommige cijfers niet met elkaar.

De AA beaamde dat hij de cijfers had opgesteld, maar die bevatten volgens hem geen fouten. Vader en dochter dienden daarop een officiële klacht in bij het accountantskantoor. Er volgde een gesprek, zonder het gewenste resultaat. Bij de vaststelling van de hoogte van alimentatie heeft de rechtbank volgens het vonnis de input van de accountant flink mee laten wegen.

Bij de behandeling van de eerste klacht in 2021 verkondigde de AA dat hij de opdracht had aangenomen in de verwachting dat de informatie slechts als basis zou dienen bij een schikking tussen klaagster en zijn client. 

Maar volgens de Accountantskamer had de AA kunnen en moeten bevroeden dat de door hem verstrekte info een rol zou gaan spelen in de juridische procedures en dat hij daardoor zijn objectiviteit te grabbel gooide. Immers, hij wist van beëindigde relatie. Bovendien had de man gevraagd hem de documenten nogmaals te sturen, maar dan op briefpapier van het kantoor en voorzien van een handtekening. Een verzoek waaraan de AA voldeed. Ook had de accountant nadrukkelijk op de documenten moeten vermelden dat deze alleen voor intern gebruik waren.

In de zaak van maandag draaide het vooral om de door de AA samengestelde jaarrekening 2020 van de BV. De cijfers in deze jaarrekening verschilde volgens klagers op een aantal posten nogal van de conceptinformatie per ultimo 2020 die de accountant voor de rechtszaak aan zijn client had verstrekt en was meegewogen in het oordeel van de rechtbank. Het ging daarbij onder meer om de beloning van de man, de DGA. Met als gevolg dat de door de rechtbank vastgestelde alimentatie volgens klagers veel te laag is .

Ook heeft de AA volgens klagers de door de tuchtrechters gesignaleerde fouten nog steeds niet hersteld.

Zij vinden dat de accountant daarom een nieuwe maatregel verdient. Ook komen zij mogelijk met een eis om schadevergoeding.

Volgens de AA en zijn advocaat is er sprake van een herhaling van zetten en zijn veel van de onderdelen van de nieuwe klacht ook al in de vorige zaak behandeld. Zij beroepen zich daarom op het ne-bis-in-idem beginsel.

De Accountantskamer streeft ernaar uitspraak te doen binnen twaalf weken.
 

Gerelateerde artikelen