Klacht: ‘fout rapport’ van accountant zorgt voor reputatieschade

Zaaknr. 24/2808

Dat de accountant fout zat met zijn rapporten, erkent hij zelf ook wel. Maar is hij verantwoordelijk voor de reputatieschade die een bedrijf in pensioenstrategieën leed omdat een van de bestuurders die rapporten ter inzage gaf binnen de geloofsgemeenschap waarin de aandeelhouders actief zijn?

De inmiddels uitgeschreven AA had voor zijn rapportages te weinig informatie, liet hoor en wederhoor achterwege en deed verregaande uitspraken over personen binnen het bedrijf. Bovendien werd in ieder geval een van zijn rapporten in een kort geding gebruikt. Onder druk van de uitkomsten van dat rapport werd de ruzie tussen aandeelhouders van de onderneming in pensioenstrategieën uiteindelijk geschikt.

‘Geen tijd voor wederhoor’
Dat de accountant ‘naar eer en geweten’ zijn rapporten heeft opgesteld, gelooft advocaat Femke van der Velden wel. “Hij heeft alleen doelbewust de regels genegeerd.”

Het eerste rapport werd ‘met stoom en kokend water’ gereedgemaakt vlak voor het bewuste kort geding in december 2022. Er was binnen de groep aandeelhouders onenigheid over de financiële rapportage onder meer over privéopnames. Omdat ’tijd voor hoor en wederhoor ontbrak’ was de accountant zelf bij die zitting aanwezig. “In het rapport worden verregaande uitspraken over personen gedaan”, zegt Van der Velden, onder meer over opnames van het vermogen door aandeelhouders. “Dat zijn subjectieve conclusies die niet passen bij een rapport van feitelijke bevindingen. Er was ook geen grondslag voor. Welke procedures zijn gevolgd om de benodigde informatie te verkrijgen?” In het rapport staan volgens Van der Velden ook geen zichtbare overwegingen genoemd over het al dan niet kunnen rapporteren vanwege het ontbreken van informatie.

De accountant had niet alle relevante informatie en erkent dat ook, gaat de raadsvrouw verder. En wat hij wel had, bevatte inconsistenties. “Hij heeft nooit documenten opgevraagd bij de klager of bij de accountant”, zei ze. “Hij ging volledig uit van de informatie verkregen van zijn opdrachtgever.” Door dat rapport en later een tweede rapport, uit juli 2023, werd een zeer subjectief beeld geschetst waardoor de klager ‘nodeloos is geschaad’.

Volgens advocaat Arjen Witteveen was het verhaal van de klager zwaar aangezet. “Mijn cliënt begrijpt dat zijn rapport summier is.” Dat kwam omdat de accountant de opdracht aanvankelijk niet als zwaar beoordeelde. Hem werd gevraagd een overzicht op te stellen om zo verschillen in de financiële vastlegging bloot te leggen. “Hij deed hierbij geen uitspraak over de oorzaak hiervan.” De accountant kreeg de toezegging dat hij alsnog alle facturen zou krijgen. Maar die kreeg hij nooit, zei hij zelf tegen de leden van de Accountantskamer.

Reputatieschade
Dat vervolgens de klager weer een rapport over zijn rapport liet opstellen door forensische accountants van Ebben, verbaasde advocaat Witteveen. “Hij was in de veronderstelling dat het wederhoor via Ebben zou komen.” Waarom ze dat rapport opstelden al na de schikking in de ruzie tussen aandeelhouders, was hem een raadsel. Dat wilde de voorzitter ook weten. Want welk belang was er nog bij deze tuchtzaak? De ruzie tussen aandeelhouders is toch al gesust?

De klager wil financiële genoegdoening en wil de reputatieschade ongedaan zien te maken. En dat bleek nogal bijzonder in elkaar te zitten. “Partijen zijn allemaal lid van dezelfde geloofsgemeenschap”, zei E. Bink die de klager als jurist bijstaat. Een van de aandeelhouders bracht het rapport in die geloofsgemeenschap in. “Toen ontstond daar het verhaal dat het er bij de pensioenstrateeg iets niet goed zou zijn.” Daarbij gingen geruchten over privéonttrekkingen door aandeelhouders.

Klacht ingetrokken
De klager wil dat de accountant in een verklaring aangeeft dat hij zijn twee rapporten terugneemt. Na een uur overleg op de gang kwamen beide partijen tot een vergelijk. Over de exacte inhoud wilden ze niets kwijt. Dit betekent dat de klager ook meteen de klacht intrekt. “Ik hoop dat dit bijdraagt aan de rust binnen de geloofsgemeenschap”, besluit de voorzitter de zitting.