Aangifte van fraude tegen door rechtbank ingeschakelde accountant
Zaaknr. 18/698
In een onderling geschil tussen een juwelier en goudsmid uit het noorden van het land stelde een accountant in opdracht van de rechtbank een deskundigenrapport op. De goudsmid ontdekte pas veel later onvolkomenheden in de administratie van de juwelier en deed zelfs aangifte van fraude, ook tegen de accountant. Maar is de tuchtklacht te laat ingediend?
Alleen die laatste vraag stond vrijdag centraal op de zitting van de Accountantskamer. De juwelier en goudsmid raakten in 2007 gebrouilleerd met elkaar. Eind 2010 oordeelde het hof in Leeuwarden dat de juwelier de schade als gevolg van de eenzijdige ontbinding van de overeenkomst tussen beide partijen moest betalen. Hoe hoog die schade was, moest door een deskundige vastgesteld worden. Dat rapport kwam uit in 2013.
De advocaat van de klagers kwam daarop met een uitvoerige brief met tal van punten waaraan het rapport zou schorten. Vervolgens werd in juni 2014 een groot deel van de administratie van de juwelier overhandigd. Pas na dit zeven maanden lang minutieus doorzocht te hebben ontstond het vermoeden van klachtwaardig handelen door de accountant, stelde de klager vrijdag.
Dat betekent volgens hem dat de klacht op tijd is. “Beetje bij beetje ontdekten ondergetekenden malversaties. De wederpartij had gefraudeerd en uitgesloten was dat de deskundige die malversaties niet had waargenomen. We hebben aangifte van fraude gedaan en medeplichtigheid van de deskundige daaraan.''
Volgens hem werd pas eind oktober 2015 het 'tenenkrommend aanmodderen met cijfers' duidelijk. Omdat klachten over accountants binnen drie jaar na het kunnen ontdekken ervan gemeld moeten worden, is deze op tijd ingediend, is zijn redenatie.
Raadvrouw Van Gessel vroeg zich namens de verweerder af waarom dit zo lang heeft moeten duren. In juni 2014 hadden de klagers hun onderzoek al kunnen beginnen. “Deze klacht is echt te laat. Ik hoor geen inhoudelijk argument waarom dat zo laat moest. Het had eerder gekund en gemoeten.''
Ook betwiste ze met klem dat het eindrapport op veel punten verschilt van het concept. “Dat er vervolgens zeven maanden lang iedere dag onderzoek is gedaan, lijkt me volstrekt ongeloofwaardig.'' Van een aangifte wegens fraude is zowel bij de juwelier als de accountant niets bekend. Deze laatste hechtte eraan te melden dat hij alle verwijten verwerpt. “Ik heb onafhankelijk, onpartijdig en gedegen onderzoek verricht. Ik had geen vermoedens of aanwijzingen van frauduleuze handelingen.''
Het vonnis volgt over circa 15 weken. Als de tuchtrechter vindt dat op tijd geklaagd is, volgt een nieuwe zitting waarop het handelen van de accountant centraal staat.
De uitspraak: Tuchtrechter: fraudeklacht te laat ingediend
Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle