Advocaten willen doorhaling van FIOD-accountant in ‘Box-debacle’

De vervolging van vermogensbeheerder Box Consultants werd anderhalve week geleden gestaakt en nu zijn alle ogen gericht op de man die in dit dossier accountants voor de tuchtrechter sleepte. Maakte deze accountant van de FIOD ongeoorloofd gebruik van zogeheten geheimhoudersinformatie?

Door Michiel Satink

Zaaknr. 23/882

“Als ik er over zou gaan, zie ik maar één eindoordeel: een doorhaling.'' Advocaat Karen Harmsen schenkt klare wijn aan het eind van een lange zittingsdag in de Accountantskamer. Aangeklaagde is de man die namens de FIOD juist zelf zoveel accountants voor de tuchtrechter daagde. Na twee eerdere berispingen is voor klager en advocaat Daan Doorenbos en zijn raadsvrouw Harmsen de tijd aangebroken dat de FIOD-accountant in het Box-dossier nu eindelijk eens het achterste van zijn tong laat zien. En de tuchtrechters uitlegt hoe het kan dat communicatie tussen verdachten met advocaat Doorenbos zonder controle vooraf gewoon door de FIOD gelezen zijn.

Geheimhoudersinformatie
Het dossier bij de tuchtrechter draait om het zogeheten verschoningsrecht. Informatie van geheimhouders, dat zijn bijvoorbeeld advocaten en dokters, dient geheim te blijven. Communicatie tussen een verdachte en een advocaat moet daarom buiten het strafdossier blijven, uitzonderingen daargelaten. Het is een actueel thema: afgelopen zomer verspeelde het Openbaar Ministerie juist het recht op vervolging in de strafzaak tegen een Jehova's Getuige. Het bewijsmateriaal voor het vermeende misbruik van een minderjarige door deze gelovige bestaat voor een groot deel uit verslagen van gesprekken met ouderlingen binnen deze geloofsgemeenschap. Ook dergelijke gesprekken vallen onder het verschoningsrecht, oordeelde de rechter.

Tien dagen voor deze tuchtzaak liet het Openbaar Ministerie de strafrechtelijke vervolging tegen Box Consultants na tien jaar onderzoek zelf vallen. In 2013 ontstond de verdenking van fraude bij de vermogensbeheerder uit Brabant met onder meer leden van de koninklijke familie als klant. In dit strafonderzoek Castor werden in 2015 honderdduizenden e-mails gevorderd. Daartussen zaten ruim 3000 e-mails van Box aan de advocaten van Stibbe en vice versa. Het OM oordeelt nu dat inderdaad geheimhoudersinformatie gebruikt is en dat maakt dat het OM het recht om de vermogensbeheerder te vervolgen, verspeeld heeft. Een oordeel dat het OM overigens zelden tot nooit over zichzelf velt.

Daan Doorenbos was een van de advocaten met wie de inmiddels voormalige verdachten van Box communiceerden. Drie jaar geleden stond hij ook al als klager voor de tuchtrechter tegenover dezelfde beklaagde. En met succes: de FIOD-accountant kreeg – in een zaak die achter gesloten deuren werd behandeld – een berisping opgelegd. 

Na die tuchtzaak kwam nieuwe informatie naar boven waardoor Doorenbos en Harmsen menen dat de beklaagde destijds de Accountantskamer heeft voorgelogen. De kern van de zaak draait om een e-mail die de beklaagde op 30 september 2015 via een lid van het onderzoeksteam Castor in handen kreeg. De mail was niet alleen een bericht tussen Box en haar accountant, maar was aan nog iemand geadresseerd: advocaat Daan Doorenbos. “De beklaagde had niemand gevraagd om toestemming de e-mails in te zien. Hij gaf zichzelf toestemming'', zei klager Doorenbos hierover.

Als in een strafrechtelijk onderzoek documenten in beslag worden genomen, moet een zogeheten geheimhouders-officier van justitie beoordelen of die stukken wel in het dossier mogen, of niet. Correspondentie tussen een verdachte en zijn of haar advocaat moet geheim blijven. Toen de beklaagde die mail kreeg en vervolgens las, was er nog geen oordeel geveld of die mail überhaupt binnen het onderzoeksteam gedeeld mocht worden. Maar de beklaagde zag in deze mail 'misbruik van verschoningsrecht'. De advocaat werd alleen in de 'cc' van de mail toegevoegd om te voorkomen dat het OM daar kennis van zou nemen, was het idee. “En hij komt met het idee voor een tuchtklacht tegen een advocaat op basis van één enkele e-mail'', zei Doorenbos. Met 'een advocaat' doelde Doorenbos op zichzelf. Een klacht die overigens nooit doorgezet is.

Verzwijgen
Met de informatie die de beklaagde dus in september 2015 had, stelde hij ook de tuchtklacht op tegen accountants van BDO. Volgens advocaat Harmsen is het juist des te kwalijker dat hij, als opsporingsambtenaar en coördinator tuchtrecht van de FIOD, kennis nam van deze geheimhoudersinformatie. “Hij is immers voor de FIOD degene die professionele beroepsbeoefenaren als accountants, notarissen en advocaten tuchtrechtelijk de maat neemt.'' Tijdens de eerste tuchtklacht drie jaar terug verzweeg de beklaagde dat hij toen over geheimhoudersstukken beschikte. Dat verzwijgen staat gelijk aan niet naar waarheid verklaren, aldus de raadsvrouw.

Raadsvrouw Marije Batting, die de FIOD-man bijstond, benadrukte dat het onjuist is dat haar cliënt de tuchtrechter onjuist heeft voorgelicht. Zijn rol binnen het onderzoeksteam wordt door de klager bewust groter gemaakt, suggereerde ze. “Hij is niet betrokken geweest bij beoordeling door de geheimhouders-officier van justitie.'' Hij zette deze officier niet onder druk om de bewuste mails alsnog vrij te geven, zei ze. Haar cliënt werd neergezet als de aanstichter van het Box-debacle. Een rol die hij volgens haar niet had. De beklaagde mocht de mail gebruiken ter onderbouwing van de klacht. De Accountantskamer oordeelde in de eerste procedure terecht dat hij mocht vertrouwen op de beoordeling van de interne procedure van het OM over het gebruik van de stukken. “En hij mocht er ook van uit gaan dat dit geen geheimhouders-informatie was.'' Ze benadrukte dat dit een herhaling is van de eerste klacht. En die is al door de tuchtrechter behandeld.

'Gebruikt wat ik mocht gebruiken'
Volgens Batting heeft de beklaagde de gewraakte stukken ook niet gebruikt. “Hij heeft gewacht tot de geheimhouders-officier van justitie een oordeel had gevormd.'' De stukken die hij wel mocht gebruiken, zaten in een zogeheten zichtmap. “Hij moet er op kunnen vertrouwen dat was in die zichtmap zit, hij ook mag gebruiken.'' Ook de beklaagde zelf meende dat van gebruik van de e-mails nog geen sprake was voordat het oordeel over de vertrouwelijkheid daarvan is geoordeeld. “Ik heb gewacht tot ik toestemming kreeg om ze te gebruiken. Ik heb vervolgens gebruikt, wat ik mocht gebruiken.''

Maar de geheimhouding was al geschonden op het moment dat hij e-mail las en deze doorstuurde naar de landsadvocaat ter beoordeling voor het opstellen van een tuchtklacht, benadrukte klager Doorenbos. “Zou ik destijds anders hebben gehandeld met de kennis van nu? Ja, ongetwijfeld'', zei de beklaagde accountant in zijn laatste woord. Maar veel jurisprudentie over het verschoningsrecht is van na deze feiten. En deze zaak moet juist bekeken worden door de bril van toen. “Er wordt hier een hoop geroepen. Maar de verwijten kloppen niet.''

De tuchtrechter doet vermoedelijk begin 2024 uitspraak.
 

Gerelateerde artikelen