Van fraude verdachte ex-ambtenaar haalt opnieuw bakzeil

Voor de derde keer heeft een van fraude verdachte ex-ambtenaar bij de Accountantskamer het lid op de neus gekregen.

Zaaknrs. 17/2472 17/2474 17/2474 17/2476

Over deze zaak publiceerden wij in december dit artikel: 
Tuchtklachten als matroesjka’s 

Telkens richtte de ex-ambtenaar van de gemeente Rotterdam, zijn pijlen op een aantal KPMG-RA’s – bij de eerste klachten op drie, bij de laatste op vier. De eerste keer was in 2016; die klacht werd ongegrond verklaard. De tweede klacht verklaarde de Accountantskamer niet ontvankelijk omdat deze buiten de verjaringstermijn viel; de laatste, van maandag, deels niet ontvankelijk en deels ongegrond.

De klachten hadden allemaal betrekking op twee onderzoeken naar de ex-ambtenaar die KPMG in 2014 en 2015 op verzoek van de gemeente Rotterdam heeft verricht. De gemeente beschuldigt de man van fraude. Hij zou vrienden hebben gevraagd via hun BV’s facturen in te dienen voor projecten ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Die facturen accordeerde de verdachte zelf namens de gemeente. Vervolgens stuurde hij die BV’s facturen namens zijn eigen vennootschap voor een iets lager bedrag. Op die manier zou de man zich voor zo’n 1,5 miljoen euro hebben verrijkt, zonder dat daar prestaties tegenover stonden. 

De rechtbank heeft inmiddels geoordeeld dat hij dit geld moet terugbetalen. Ook heeft de gemeente, mede op basis van de onderzoeken, aangifte tegen hem gedaan.

Volgens de ambtenaar rammelden de rapporten en het verweerschrift van KPMG aan alle kanten. Hij betichtte de KPMG-accountants onder meer van een fishing expedition, het aan hem onthouden van het recht op wederhoor, leugens en het gebruik van conceptverslagen en –notulen, waardoor hij zou zijn benadeeld.

Maar het overgrote deel van zijn in totaal 47 klachten ging over onwaarheden in het verweerschrift en bij de behandeling van de eerste klacht. Als voorbeeld noemde hij de aantijging dat hij als budgethouder facturen van BV’s van vrienden zou hebben geaccordeerd. Daarvan was volgens de man geen sprake – iets waarvoor hij bewijzen zou hebben overhandigd. Desondanks persisteerden de accountants.

Volgens de accountants was de klacht grotendeels een herhaling van zetten en maakte de man misbruik van het tuchtrecht.

Het tuchtcollege geeft de RA’s daarin deels gelijk. Net als de accountants en hun advocaat heeft het college de 47 klachten in twee categorieën verdeeld: klachten die al in de eerste zaak zijn ingebracht en zijn verworpen en klachten die betrekking hebben op het verweer van de accountants en hun advocaat in de eerste procedure.

De meeste klachten in de eerste categorie zijn volgens het college niet ontvankelijk – of omdat het inderdaad een herhaling van zetten betreft, of omdat ze nog aan de orde komen in het beroep dat klager tegen deze eerste uitspraak heeft ingediend, of omdat ze buiten de verjaarstermijn vallen.

De klachten in de tweede categorie werden grotendeels afgewezen omdat  hetgeen tijdens het verweer aan de orde komt buiten het tuchtrecht valt, tenzij er sprake is van ‘bewust onjuiste of misleidende standpunten’. Daarvan is bij deze klachtonderdelen volgens de Accountantskamer geen sprake.

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen