Huurder beticht RA KPMG van missen ‘fraude’ woningcorporatie
Zaaknrs: 22/2164 en 22/2165
Door Jan Smit
Dat beweerde een huurder van deze in Delft gevestigde corporatie vrijdag bij de Accountantskamer.
De vermeende fraude heeft volgens klager betrekking op het dubbel in rekening brengen van kosten voor complexbeheer bij de ruim 17.000 huurders van Vidomes. Het zou gaan om een bedrag van in totaal 278.000 euro, omgerekend ruim zestien euro per huurder. Voor een substantieel deel van de huurders is dat volgens klager een flink bedrag. “Dat zijn mensen die rond moeten komen van tien euro per week.”
Klager trok daarover december 2022 bij KPMG aan de bel. Die klacht belandde bij een audit & compliance officer van het accountantskantoor, een andere RA. Ook deze accountant zat vrijdag in het beklaagdenbankje. Volgens klager is hij onzorgvuldig omgegaan met de klacht en heeft hij de rol van KPMG gebagatelliseerd.
Bij monde van Femke van der Velden, hun advocaat, lieten beide accountants weten zich niet in de klachten te herkennen. Volgens haar zitten klager en haar cliënten niet op hetzelfde level. “U stelt dat mijn cliënten niet serieus met uw klacht zijn omgegaan en deze hebben gebagatelliseerd. Dat is nooit de bedoeling geweest en hier ook niet het geval.”
De controlerend accountant heeft zijn werk volgens haar goed gedaan en is daarbij ‘niet over een nacht ijs gegaan’. Zo heeft hij onder meer de materialiteitsgrens bepaalt. Die kwam uit op 30 miljoen euro. Voor de post waar de servicekosten onder vallen heeft hij die vervolgens zelfs naar beneden toe bijgesteld op 2,6 miljoen. Maar zelfs dan bleven de complexbeheerkosten, die deel uitmaken van de servicekosten, ruim onder de materialiteitsgrens. Er was dus geen reden om daar diep in te duiken. Bovendien bleken deze kosten in lijn met wat binnen de branche gebruikelijk is en sloten ze naadloos aan op de rest van de administratie.
Verder is bij de controle van de jaarrekening het risico op fraude volgen alle externe en interne protocollen en regels bekeken en er ‘geen enkel vermoeden van fraude gerezen’.
Ook de audit & compliance officer treft geen blaam, meent Van der Velden. “Hij heeft hier serieus naar gekeken, zijn licht opgestoken bij de controlerend accountant en diens verweer met de afdeling risk gecontroleerd.”
Maar klager persisteerde. Hij heeft naar zijn zeggen voldoende informatie aangeleverd waaruit de RA’s in tien minuten hadden kunnen zien dat ‘er is gefraudeerd’ en begin mede daarom ook een rechtszaak tegen de corporatie. Volgens hem zijn de gewerkte uren van de complexbeheerders deels dubbel bij de huurders in rekening gebracht – rechtstreeks en via de VVE (Vidomes werkt op grote wooncomplexen met VVE’s die deels in handen zijn van huurders).
De RA’s hebben daarop duidelijk een andere visie. Volgens de controlerend accountant hebben zij, mede op basis van deze input, ‘het dossier nog eens op de kop gekeerd’ en ‘geen vermoeden gevonden van fraude’. Daarnaast had het management van de corporatie volgens betrokkenen ook geen enkele rationele reden om met de complexbeheerkosten te frauderen, in die zin dat deze managers daar zelf geen baat bij hadden.
De Accountantskamer hoopt binnen twaalf weken uitspraak te kunnen doen.