Accountant ‘zag geen fraude’ maar trok evenmin conclusies
Door Michiel Satink
Zaaknr. 22/506
Trok een accountant conclusies in zijn rapport van bevindingen rondom vermeende fraude bij een vennootschap achter de website Voetbalprimeur.nl? Zelf zegt hij van niet maar de Ondernemingskamer zag door dat rapport geen bewijs voor fraude.
“Zijn vele stukken ontnemen het zicht op de werkelijke klacht'', zei advocaat Ivo Janssens in de Accountantskamer over de reactie van de beklaagde registeraccountant. De vele vennootschappen die met elkaar verbonden zijn en later tegenover elkaar kwamen te staan, maken ook een complexe zaak. En om het nog ingewikkelder te maken voegde de Ondernemingskamer, ofwel het gerechtshof in Amsterdam, ook nog eens twee procedures samen.
De kern
Digital Enterprices (DE) en JJS Sports BV werkten samen in Sports Web International (SWI). DE is met onder meer Voetbal International de grootste uitgever op het gebied van 'mannen en sport'. SWI exploiteert de site Voetbalprimeur.nl en Voetbalprimeur.be en besteedde de verkoop van advertentieruimte uit aan Next Day Media (NDM). Na verloop van tijd ontstonden er problemen binnen deze constructie en kwam het gerucht naar buiten dat NDM de omzet 'afroomde' door 'het hanteren van een onjuiste euro/dollarkoers, door het toepassen van een extra afslag op directe campagnes en door inhouding van een te hoog bedrag aan mediabureaukosten'. Dit leidde tot een zaak bij de Ondernemingskamer. DE liet een registeraccountant onderzoek doen. En precies dat rapport staat net als in de Ondernemingskamer nu ook centraal bij de Accountantskamer.
Het gaat volgens de accountant om een 4400-N-opdracht, ofwel de feitelijke bevindingen staan centraal. De vraag is nu of de accountant zich bij die feiten heeft gehouden of dat hij toch ook conclusies trok. Dat laatste is nu de stelling van klager JJS. De accountant schrijft onder meer dat hij ,,geen afwijking heeft geconstateerd''. En dat kan, zegt advocaat Janssens, als een bevinding worden gezien. “Dat kun je als een conclusie aanmerken.''
De Ondernemingskamer verwijst in haar conclusie ook nadrukkelijk naar een steekproef die de accountant nam. Hij onderzocht 25 transacties met betrekking tot de verkoop van advertentieruimte op website van SWI, samen goed voor zeventien procent van de omzet. En daaruit zijn dus geen afwijkingen naar voren gekomen. Steekproeven passen helemaal niet in een 4400-N-opdracht, stelt Janssens. De klager stelt dat het de accountant ontbreekt aan een professioneel kritische houding. Ook heeft hij zijn werkzaamheden niet beschreven.
De aantijgingen van fraude waren niet concreet, stelde de accountant in zijn verweer. “Indien we daadwerkelijk op fraude zouden zijn gestuit, wilde ik en het kantoor niet als partij worden gezien.'' Daarom koos de accountant voor een rapport van feitelijke bevindingen. In het rapport vindt je geen conclusies terug, zei de accountant. Zijn doel was 'het proces te duiden'. “De bevindingen blijven dezelfde. Aanwijzingen van de gestelde fraude ontbreken tot op de dag van vandaag, zei hij. “Kennelijk neemt de klager nu een juridische omweg'', zei hij over de procedure bij de tuchtrechter. “Dit doet allemaal niets af aan de inhoud van de rapportage van destijds.''
De Accountantskamer was niet duidelijk wie nou de beoogde gebruikers van dit rapport waren. En de opmerking dat er 'geen afwijkingen ten opzichte van de norm naar voren zijn gekomen' suggereert dat de accountant bezig was met controle, met het geven van 'assurance'. De beklaagde accountant vond het jammer dat zijn rapport was ingebracht in de zaak bij de Ondernemingskamer tegen JJS. Maar het was notabene zijn eigen cliënt die het rapport inbracht. “Er zijn nu vijf of zes gerechtelijke procedures geweest en telkens weer komen er aantijgingen van fraude'', zei de accountant die het vervelend vond dat hij telkens bij die procedures wordt betrokken. En de zaak bij de tuchtrechter lijkt ook niet de laatste te zijn. Later deze maand staat opnieuw een zitting bij de Ondernemingskamer gepland. En daar komt, wederom, zijn rapport ter sprake.
De uitspraak: Berisping voor accountant die 'suggestie van zekerheid' wekte in rapport